Uit: VOLK EN VADERLAND 17 JULI 1942, 10e JAARGANG No. 29



De Germaansche mens is krachtens zijn wezen bestemd om de leiding in handen te nemen.

DE Germaansche mensch stelt den mensch en de aarde voorop. Voor hem is ,,de natuurlijke mensch” normatief: beslissend en richtend voor zijn verzet, en bepalend voor zijn scheppingswil. De Germaansche mensch bezit het trotsch (en zuiver) bewustzijn, dat datgene wat het godsdienstig of maatschappelijk leven den mensch als plicht oplegt, nooit een verraad of een verloochening kan zijn van hetgeen de eer, de luister en de plicht is van het natuurlijke menschelijke leven. Hij bezit een trotsch, hem ingeschapen bewustzijn van den vrijen en bevrijden mensch: hij beseft dat géén leven, welk dan ook, hetzij goddelijk, hetzij maatschappelijk, een knechten van den mensch kan zijn, integendeel: elk leven moet dit bewustzijn dienen, verdiepen, — verwerkelijken. De Germaansche mensch is daarom de ernstige, de op de essentie van het bestaan gerichte mensch de mensch..... die den mensch ernstig neemt.
    Hij is ook de onbevreesde mensch: hij dùrft mensch te zijn, — voluit; rustig-opgericht aanvaardt hij zoowel de bittere doem als het schoone en gevaarlijke voorrecht die het mensch-zijn inhoudt. Hij vreest geen enkele eenzaamheid en geen enkele strijd, en allerminst den strijd om dien vrijen, ongeknechten mensch, en een gemeenschap van eer en trots te realiseeren. Hij is de levensmoedige (d.i. ook levens-blijde) en vermetele mensch: vermetel in zijn denken, vermetel in zijn daden, onbevreesd en vermetel ook in zijn mystiek en theologie (Meister Eckhart). Hij ,,protesteert”niet enkel, hij revolteert met heel zijn wezen en tot het bittere einde (of tot het eindelijke begin) tegen alles wat zijn eer als mensch, zijn menschelijk zelfrespect aanrandt en verminken wil — intimideeren, knechten, klein krijgen en klein houden. Zijn eer-bewustzijn is zijn trots, en deze trots is tevens zijn deemoed: een dienen van het leven en den mensch omwille van de hoogste menschelijke bevrijding. Deze deemoedige trots is zijn trouw aan de aarde, en deze trouw aan de aarde zijn trouw aan God.

    Deze (volmaakt zuivere) aandrift, deze wil tot vrij en eervol leven is het wezen-zelf, de diepste bepalende impuls van den Germaanschen mensch, preciezer: van den Germaansche ras-ziel. Andere volken kan deze trotsche aan-

















aangemaakt: 17-07-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-10-2012