terug naar homepage
naar vorige pagina
naar vorige pagina volkomen aan de grond zat. Want hoewel vrienden me af en toe hielpen (en éen, na enige tijd, met een maandelijkse bijdrage) en ook gemeentelijke en kerkelijke instanties me te hulp schoten (de gemeentelijke met de verplichting mijnerzijds alles te restitueren na afloop van dat schrijfverbod, - een druk te meer!), zodat ik niet kon zeggen dat ik op zwart zaad zat maar wel altijd: dicht in de buurt ervan. Maar goed, ze hielpen me, en dat gemeentelijke en kerkelijke instanties me hielpen, dat was toch iets waar ik een beetje trots op kon zijn. - Dat gevoelentje werd nog (enigermate) bevorderd doordat ik - ongevraagd - in de gelegenheid werd gesteld aan successievelijk drie kranten bijdragen te leveren (onder schuilnaam vanzelfsprekend), maar daar heb ik weinig gebruik van gemaakt. Het moesten natuurlijk neutrale stukjes zijn en niet aan mijn stijl herkenbaar. Ook was er een uitgever die me onder schuilnaam liet vertalen, karig, erg karig, maar niet omdat hij misbruik wilde maken van mijn situatie, maar omdat dat zijn "gewoon­te" was, - wat ik al van veel vroeger wist (bij ervaring). Niet­temin, hij riskeerde toch iets: op de een of andere manier zou het kunnen uitlekken. Ik liet hem echter schieten toen er op het eind van, of onmiddellijk na, het publicatieverbod een andere uitgever opdaagde die zeker het dubbele of meer nog betaalde. ()

Het is nl. niet zo dat ik het publicatieverbod nooit ontdoken heb. Ik móest wel werk verrichten dat mij verboden was, om de eenvoudige reden dat ik met mijn gezin léven moest. Ik bezit geen bekwaamheden voor de handel etc.; ik kón mijn leven - op die leef­tijd - geen andere richting meer geven; ik was dus wel aangewezen op werk dat mij niet was toegestaan te verrichten, want letterlijk álles dat in mijn lijn lag en waarmee ik iets kon bijverdienen was mij - vertalen incluis - verboden. ()

Reeds had ik me voorgenomen het toneelstuk onmiddellijk na die koortsgeschiedenis opnieuw ter hand te nemen, maar de centen zijn op en bovendien heeft Nelissen me vorige week gevraagd 'n boek van Duhamel te vertalen. Ik heb het maar aangenomen en ben dan 'n paar maanden onder de pannen, tenmìn­ste onder de pannen. Daarna vind ik dan wel gelegenheid het drama af te maken. ()


De geschiedenis van het vertalen van de Wonderwereld

En dan nog een berichtje, waarvan het goede overigens z'n vóor en z'n tegen heeft. Ik heb 'n goede kans, dat ik vertaalwerk krijg opgedra­gen waardoor ik ongeveer drie jaar behoorlijk zou verdienen (het wordt dit jaar beslist, en ik heb alle kans dat ik het krijg). ()

Want er is een brief de deur uit, waarvan het gevolg naar alle waarschijnlijkheid dit is, dat ik gedurende 1½ jaar met handen en voeten aan vertaalwerk gekluisterd ben. (Als het de bedoeling was geweest me voorlopig buiten gevecht te stellen, had men geen vriendelijker oplossing kunnen bedenken, - , maar die b­e­d­o­e­l­ing zat bij de opdrachtgever toch niet voor). Mis­schien is éen voordeel, dat ik op die manier in staat ben binnen afzienbare tijd Nij­megen - die nachtmerrie - de rug toe te keren en me eindelijk voorgoed elders te vestigen. Niettemin: liever in Nijmegen met mijn eigen werk bezig dan elders met vertaalwerk. ()

Die vertaling is dan gisteren door­gegaan, wel later dan ik dacht, maar er moest nog het een en ander bekon­keld met de duitse uitgever, die klaar­blijkelijk nogal hoge eisen had gesteld; en ík was met mijn eisen ook niet bepaald aan de lage kant gebleven. Ze hebben er echter niet op beknibbeld, - alleen de encyclopae­die, die ik voor het werk dringend nodig heb en die ik, méde als ho­norarium­ had ge­vraagd, is gevallen; daar naar volgende pagina























terug naar menu
naar volgende pagina

aangemaakt: 27-06-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-08-2012