lijst van werken
vorige bladzijde


vorige bladzijde komen waarop ik verderop nog terugkom. Bovendien voeren Nietzsches opmerkingen vrijwel rechtstreeks binnen in het ’breder verband’.
    Wanneer Nietzsche het Oude Testament als ’das Buch von der göttlichen Gerechtigkeit’ plaatst tegenover het Nieuwe Testament als ’das Buch von der Gnade’, zegt hij van het eerste: ’Im jüdischen ’alten Testament’ gibt es Menschen, Dinge und Reden in einem so grossen Stile, dass das griechische und indische Schriftentum ihm nichts zur Seite zu stellen hat.’ En hij vervolgt: ’Man steht mit Schrecken und Ehrfurcht vor diesen ungeheuren Ueberbleibseln dessen, was der Mensch einstmals war, und wird dabei über das alte Asien und sein vorgeschobnes Halbinselchen Europa, das durchaus gegen Asien den ’Fortschritt des Menschen’ bedeuten möchte, seine traurigen Gedanken haben.’ En zijn vergelijking van het Oude met het Nieuwe Testament voortzettend, noemt hij het laatste ’eine Art Rokoko des Geschmacks in jedem Betrachte’.
    Men moet het honend ironisch accent van deze laatste opmerking ongetwijfeld mede verklaren uit de specifiek Nietzscheaanse genealogie: de genade als behoefte en uitkomst van het kuddedier en deszelfs beduchtheid voor gerechtigheid, d.i. voor persoonlijke verantwoordelijkheid. Maar Nietzsches misverstand is nog een ander, dat, dunkt me, niet minder fundamenteel is. Hij vergelijkt wat niet vergelijkbaar is. Het Oude Testament is (o.a.) de geschiedenis van het Oude Verbond; deze zou men niet moeten vergelijken met de geschriften, maar met, eveneens, de geschiedenis van het Nieuwe Verbond: de 20 eeuwen gewijde geschiedenis vóór Christus met de 20 eeuwen na Christus. En vergelijkt men boeken, dan zou men naast of tegenover de boeken van het Oude Verbond de grote religieuze geschriften moeten plaatsen die door 20 eeuwen christendom zijn voortgebracht. Met dit laatste wil allerminst gesuggereerd worden, dat het Evangelie in zich niet groot is, of dat het zich tegenover de boeken van het Oude Verbond niet kan handhaven tenzij uitgebreid geflankeerd door andere christelijke geschriften, want wat er in die 20 christelijke eeuwen aan christelijke grootheid (in daden en geschriften) is levend geworden, is, zou men kunnen zeggen, grootheid die uit de vier Evangeliën is voortgekomen: het is daaraan ontleende grootheid, en uiteraard is het voortbrengende groter dan het voortgebrachte. Maar wil men met enige grond kunnen zeggen, dat er in het Oude Testament sprake is van ’Menschen, Dinge und Reden in einem so grossen Stile’ dat al het overige daarbij wegzinkt, dan moet men tegenover het Oude Testament èn de geschiedenis èn de grote religieuze geschriften van 20 eeuwen christendom plaatsen. En dan geloof ik allerminst, dat alleen het Oude Testament nog een indruk geeft van wat ’der Mensch einstmals war’ of, anders gezegd, van wat de mens als mens in wezen is. Ook de 20 eeuwen christendom zijn, zuiver menselijk beschouwd, een geweldig menselijk gebeuren en, natuurlijk en bovennatuurlijk, een adembenemende historie.
    Doch dit alles is hier slechts bijzaak en inleiding (al kom ik er nog op terug). Ik wilde op iets anders wijzen.
    Het opmerkelijke der voor-christelijke lieilsgeschiedenis is, dat zij ’ge- volgende bladzijde

117





















volgende bladzijde



aangemaakt: 27-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 30-10-2010