(Terug naar: Inleiding)

(Terug naar: Teksten)


Kees Fens' 'waarom?!'

 

Kees Fens (de Volkskrant 7 febr.) schrijft in zijn herdenking van Gerard Wijdeveld figuren als Henri Bruning en Wijdeveld in religieus opzicht wel begrepen te hebben. "Hun politieke gevolgtrekkingen zijn voor mij ( ) niet te volgen." Als Kees Fens, die hen dus overigens al een heel eind verder kan volgen dan de meesten, daar niet toe in staat is, wie zal in ons land hun waarom dan wel kunnen begrijpen? Ton Oostveen, die Bruning in 1983 bij zijn overlijden in De Tijd herdacht in een artikel onder de titel "Hoe Henri Bruning zichzelf trouw bleef; Beter gewetensvol falen dan gewetenloos slagen", had zich een jaar voordien in dat blad afgevraagd: "hoe kon dat geweten een man als Bruning tot het fascisme brengen, en zelfs tot het veel bedenkelijker nationaal-socialisme? ( ) Alsof het nazisme alleen een politiek concept inhield en niet veeleer een heidense ideologie behelsde, die tenslotte aan miljoenen het leven heeft gekost. Hoe viel Brunings keuze ook voor de bestwillende toehoorder ooit te begrijpen, laat staan te billijken?" Hoezeer ook overtuigd van Brunings oprechtheid, van diens politieke keuze heeft Oostveen al evenmin als Fens iets kunnen begrijpen. Opnieuw: wie dan wel?

Ondanks het feit, dat de bezettingstijd "één van de best - zo niet dè best - onderzochte en beschreven periode uit de Nederlandse geschiedenis" (Blom) is, is het dus evident dat er op het punt van dít 'waarom?', toch een belangrijk punt in de kwestie goed en fout, een opvallende lacune bestaat, dat hier het inzicht onbreekt. Dat wordt bevestigd door de uitspraak van Houwink ten Cate en In 't Veld, (ex-)medewerkers van het RIOD en verzorgers van Fout; Getuigenissen van NSB'ers (1992). Naar aanleiding van de zes geïnterviewde oud-NSB'ers constateren zij met betrekking tot de vraag "naar het motief, de bewuste reden om lid te worden van een extreme partij als de NSB": "Wetenschappelijk onderzoek naar deze kwestie is bij gebrek aan bronnen niet gedaan; een betrouwbare achtergrond waartegen de beweringen van onze getuigen geplaatst kunnen worden, ontbreekt".12

Als niet onbelangrijk element voor zo'n achtergrond zou de uiteenzetting van het 'waarom' van belangrijke figuren uit de NSB kunnen dienen: het is aannemelijk dat hun motieven wel eens minstens voor een deel de motieven van minstens een deel der overige NSB'ers geweest kunnen zijn. Bijvoorbeeld de verklaring voor zijn doen en laten die Mussert in gevangenschap op papier heeft gezet. Maar die introduceren HtC en In'tV aldus: "Dat Mussert 'anti-Duits' was en op zijn manier de Duitsers bestreed, is een gedachte die bij oud-NSB'ers uiteraard verklaarbaar is. Mussert zelf hanteerde dit idee - en geloofde het misschien ook nog - toen hij na de oorlog in de gevangenis, wachtend op zijn einde, een soort verantwoording schreef."72 'Een idee dat Mussert na de oorlog in de gevangenis hanteerde' - 'ja, dat kwam hem toen mooi uit, denkt de lezer -, "een soort verantwoording", "en geloofde het misschien ook nog": wat Mussert in de dagen voor zijn executie ook beweerd mag hebben, met deze omschrijving en veronderstelling hebben ze de lezer alle geloof in de betrouwbaarheid van diens verantwoording en het verlangen die nog eens onder ogen te krijgen, bij voorbaat ontnomen. Maar wat zij vervolgens, uit de mond van de oud-NSB'er Van de Berg opgetekend, opnamen, konden ze blijkbaar toch niet ontkennen: "Nee, nou gaat het erom waarom (curs.RB), en dat staat ook weer, en dat staat ook weer in die brochure die het Nederlandse volk niet lezen mag, van Musserts verantwoording. Is wel bij [het Rijksinstituut voor] Oorlogsdocumentatie bekend, maar ze geven het niet uit ( )"76; "en daarom heeft hij ook een brochure in de gevangenis geschreven, zijn verantwoording. Het wordt alleen jammer genoeg niet bekend gemaakt, maar Mussert heeft zich duidelijk willen verantwoorden aan het Nederlandse volk. Heel duidelijk."77 Het verklaart ook, waarom Jan Meyers in zijn biografie Mussert voor zijn citaten uit Musserts verklaring gebruik moest maken van een soort samizdat-uitgave. Maar dat die verklaring ook maar enig nut zal hebben om tot begrip van Mussert te komen, is volgens hem niet aannemelijk, aangezien hij, met zijn psychologisch getrainde blik, bij Mussert in de grond alles doodeenvoudig verklaart vanuit een - uiteraard irrationele, dus principieel onbegrijpelijke, maar wijd verspreide - bewustzijnsvernauwing: "Bij dat soort politici is identificatie van eigen- en partijbelang met dat van land en volk een vast gegeven, een kenmerkende bewustzijnsvernauwing zo men wil." Martin van Amerongen bracht het boek indertijd dan ook in Vrij Nederland door middel van een uitvoerig interview met de auteur onder de aandacht.

 

In zijn beschouwing Achtergronden vertelt De Jong dat hij bij het schrijven van de vele delen van Het koninkrijk steeds getracht heeft zich aan de norm van fairness te houden. Daarmee bedoelde hij: "dat men in de eerste plaats tracht het handelen van historische figuren te begrijpen vanuit hun karakter, hun opvattingen en de tijdsomstandigheden waarin ze leefden. Ook over figuren die ik heb verafschuwd om wat zij Nederland en mij persoonlijk hebben aangedaan en die ik vijf jaar achter de microfoon heb bestreden, bijvoorbeeld Mussert, Seyss-Inquart, Rauter, over hen heb ik zó willen schrijven dat ze, als ze in staat zouden zijn geweest mijn beschrijving te lezen, zichzelf zouden kunnen herkennen. Mijn beschrijving mocht niet hatelijk zijn, ze moest fair blijven en ze moest dus de mogelijkheid openen dat de lezer zou begrijpen waarom een Mussert, een Seyss-Inquart, een Rauter handelden zoals ze deden." "Het is niet altijd gemakkelijk om fair te zijn en fair te oordelen. Ik wil dan ook niet beweren dat ik er steeds in geslaagd ben te schrijven conform de norm die ik me had gesteld. Dit staat ter beoordeling aan alle kritische lezers van mijn werk."

Naar aanleiding van de door iemand anders veronderstelde goede bedoelingen van het Driemanschap, noemde De Jong goede bedoelingen: "een waardeloos argument. Alsof men niet, gedreven door wat men zelf als "de beste bedoelingen" ziet, tot kwalijke daden kan komen! Mussert had tijdens zijn proces eenzelfde verdediging gevoerd." Musserts rechters hadden zich aan diens goede bedoelingen niets gelegen laten liggen en hem de doodstraf gegeven, dus waarom zou De Jong zich geroepen voelen zich druk te maken om die bedoelingen, om die verantwoording van Mussert. Maar wanneer een fout iemand een verantwoording of een verdediging heeft geschreven voor zijn gedragingen tijdens de oorlog, dan zou die, vrees ik, zichzelf niet kunnen herkennen in de beschrijving die De Jong van hem gegeven heeft wanneer deze weigert daarbij serieus aandacht te schenken aan die verklaring, door hem immers speciaal geschreven om beter begrip voor zijn doen en laten tijdens de oorlog mogelijk te maken. Dan zal de lezer ook niet werkelijk in staat worden gesteld te begrijpen waarom Mussert handelde zoals hij deed. Dan heeft De Jong in dezen niet geschreven conform zijn norm.

Het 'waarom' van Bruning: de verdediging die ook hij in gevangenschap op schrift stelde, zou voor de samenstelling van die achtergrond waaraan volgens HtC en In'tV zo'n behoefte bestaat, eveneens van dienst kunnen zijn. In december 1991 verzocht ik De Jong in een brief o.a. om medewerking om dat geschrift gepubliceerd te krijgen, maar in zijn antwoord ging hij met geen woord op dat punt in. Ook al die goede bedoelingen van Bruning zullen volgens hem waardeloos zijn; het tribunaal had zich er immers evenmin iets aan gelegen laten liggen? Maar dat bedoelde achtergrond-ten-behoeve-van-beter-begrip momenteel zo node gemist wordt, wordt aldus wel wat begrijpelijker.

Toevallig heb ik juist een boek samengesteld, dat helemaal gewijd is aan dat 'waarom' van Bruning; de eerste paragraaf bevat o.a. heel die verdediging. Om er belangstelling voor te wekken en uitgevers over hun drempelvrees voor een dergelijke uitgave heen te helpen, zond ik op 22 januari aan de (oud-)professoren De Jong, Von der Dunk, Blom en Roes, aan Anton Korteweg en aan de bekende dag- en opiniebladen een open diskette (= vrijelijk te copiëren) met dat begin van het boek. En dat ik, net iets te laat, Kees Fens in het bezit van die diskette heb trachten te stellen, betreur ik, want dan had hij misschien met iets meer begrip van Wijdeveld afscheid kunnen nemen.

(... een alinea gewijd aan Sytze van der Zee)

Raymund Bruning

noten

1 Bijlage Vrij Nederland 7 april 1984: "Mussert. Alles voor het Vaderland?" bespreking door Martin van Amerongen.


2 Dr. L. de Jong "Ontstaan en achtergronden van mijn werk" in: Tussen goed en fout; Nieuwe gezichtspunten in de geschiedschrijving 1940-1945 o.r.v. G. Abma e.a. 24: 2. Achtergronden m.n. 27


3 Het Koninkrijk deel 14 889



(Terug naar: Teksten)

(Terug naar: Inleiding)