
|
(h x b: 18,9 x 11,2)
|
|
In mijn exemplaar prijst Bruning deze 61 aforismen (over: wijze man en vrouw, kinderen, emancipatie en lichamelijk leven), in een opdracht aan een bevriend echtpaar, als volgt aan:
|
Kleine hoempapa's, - als vervolg op de moraal theologie van het huwelijk van celibatairen en andere vak- (en verlos-) kundigen. | |
61
Het spelen met gedachten zet meestal in als het spel met de werkelijkheid niet lukt. En als het lukt... Zie, dan spelen wij nogmaals. — Ach, verzuurde ik maar niet zooveel goed humeur en goede geloovigheid met mijn dwaasheid. Wat wil men toch van mij? Als ik ernstig ben, zie ik overal lange gezichten, en als ik scherts zie ik ze opnieuw. Als ik niet lach ben ik zuur, en als ik glimlach ben ik wederom zuur (nog zuurder). Moet ik dan schertsen zooals gij schertst, en gelukkig zijn zooals gij gelukkig zijt? —
O onverdraaglijken en onverdraagzamen van harte, verdraagt toch een weinig mijne dwaasheid.
|

|