|
had van die tactiek gehoord; wijzelf hadden het bezoek van een knokploeg nog niet meegemaakt; vermoedelijk hadden we dat bezoek te danken aan het feit dat het de eerste openbare vergadering was in Amsterdam. Ik ging dus ook maar zelf - zij 't op een veilig afstandje - op de laatste rij zitten. - Michel sprak dus, en wel over de plutocraten-democratie en de manier waarop de arbeiders verneukt en om de tuin geleid werden, en ik moet eraan toevoegen: Michel was een enorm goed spreker. Het gevolg was dat de knokploeg die gekomen was om de zaak op stelten te zetten, van het eerste tot het laatste woord stomverbaasd heeft zitten luisteren. En toen het afgelopen was en zij opstonden om te vertrekken, hoorde ik een van hen zeggen: "Zo'n vent hoorde bij ons" of "zo'n vent moesten wij hebben", precies de woorden herinner ik me niet meer, maar ik liep langs hen toen ze aanstalten maakten te vertrekken; het waren in ieder geval woorden van diezelfde strekking; en ik heb ze zelf gehoord.
Dus: geen Dietsland uitgeleverd aan de tyrannie en zelfzucht van de geldmacht. Maar ook niet uitgeleverd of overgeleverd aan het machtsspel van de ons omringende, elkaar vijandige grootmachten (Engeland, Frankrijk, Duitsland). Vlaanderen (België) was daar al een keer het slachtoffer van geworden, en Van Severen wilde niet, of moest voorkomen, dat dat een tweede maal zou gebeuren. Dietsland moest dus ook een sterke defensieve staat worden, met een getraind, vastberaden en (in de omstandigheden van toen) doeltreffend toegerust leger en verdedigingsapparaat. Van Severen wilde met zijn staat een scheidsmuur optrekken tussen de ons omringende potentiële vijanden en verhinderen dat een van hen via ons de snelste weg naar zijn vijand zou nemen. Hij wilde in deze hoek van Europa een vredesmacht zijn, die men niet zonder meer onder de voet kon lopen. Vandaag zou een sterk defensief Dietsland geen beletsel meer zijn om via ons de vlotste weg naar de vijand te nemen (maar vandaag is een dergelijk conflict in deze hoek van Europa gelukkig uitgesloten), maar destijds, vóór de tweede [wereld]oorlog, was het denkbeeld van [een] sterke Dietse Staat een reële mogelijkheid tot behoud van de vrede, of minstens een mogelijkheid die aangegrepen moest worden.
Wat hiervan zij, toen ik omstreeks '33 lid van het Verdinaso werd, dacht ik nog aan geen oorlog: we zouden nog zes jaar vrede voor de boeg hebben. - Maar al die zes, zeven jaren was voor mij toch, afgezien van de doelstellingen van het Verdinaso, het meest boeiende en intrigerende de strijdwijze of strategie die Van Severen volgde om zijn doelstellingen te bereiken, de gesteldheid die hij van zijn mensen vergde bij hun bouwen en uitbouwen van de kernen waarop hij in zijn buiten-parlementaire strijd was aangewezen: waardigheid, zelfrespect, zelfdiscipline, respect voor de menselijke waardigheid van de ander, en dit laatste betekende: spreek de ander aan in het beste van hemzelf, leg het niveau van uw woord zo hoog mogelijk als uw gehoor u toelaat; speculeer niet op de vulgaire instincten van de massamens, bedrijf geen demagogie; verzamel eerst en vooral de besten van uw volk, van hen hangt de werfkracht van uw beweging en de toekomst van uw volk af. Dwing eerbied af. Maak duidelijk waardóór de parlementaire democratie (de verlopen democratie van dié dagen) tot onmacht gedoemd is, en waaróm, de gronden waaróp, het Verdinaso zijn doelstellingen verdedigt. Dat is de enige methode om een volk zijn waardigheid, zekerheid, strijdbaarheid en zelfrespect te hergeven. Het is een lange, moeilijke weg, maar de enige succesvolle als het gaat om de heropstanding van een volk uit de chaos waaraan het is uitgeleverd.
En inderdaad, in Vlaanderen had Van Severens strijdwijze reeds zeer belangrijke (en omvangrijke) successen geboekt in de korte tijd sedert de oprichting van het Verdinaso verstreken. Voor mij was het Verdinaso als antwoord op de noden van die tijd een synthese van sociaal, staatkundig, nationaal (vaderlandslievend) en strategisch denken en handelen. "Strategisch" in de zin van: de enige vruchtbare weg om de besten uit alle rangen en standen van een volk te verzamelen, en een volk te revolutioneren zónder een gewelddadige revolutie.
Hoewel ik in '33 op min of meer sentimentele grond lid van het Verdinaso was geworden, stond ik er na enige tijd met volle overtuiging achter. Het Verdinaso was geen van elders overgewaaid import-"fascisme", maar een oorspronkelijke schepping, een geheel eigen strijd en uit de eigen historie van de Lage Landen voortgekomen. Bij deze strijd was ik - anders dan bij buitenlandse omwentelingen - persoonlijk betrokken. Maar kon ik mij met die strijd verenigen, ik kon me er niet mee vereenzelvigen
8
|
|