De Waag 8, 11 AUGUSTUS 1944
"WAT IS REVOLUTIONNAIR?"
|
Aan den schrijver van het artikel „Naar
aanleiding van een bloemlezing.". De
Nwe. Rotterdamsche Courant en Het
Vaderland van 1 Aug. j.l.
|
De schrijver van het artikel „Naar aanleiding
een bloemlezing” werpt een vraag op; de
vraag, in hoeverre ik in verband met de door mij
in „Gelaat der Dichters” gebundelde gedichten
terecht van „revolutionnair” spreek. En hij beantwoordt
die vraag — indringend en nauwgezet;
om dan te concludeeren, dat ik, blijkens
mijn bloemlezing, de essentie van dezen term
misken, en dat mijn „uitverkorenen” „voorzoover
zij hier aan ons verschijnen” géén revolutionnairen
zijn.
Het zij mij vergund, hier op dezelfde vraag, en
met gelijken ernst; een antwoord te beproeven;
mijn opponent toch constateert een zoo essentieel
manco in de door mij „revolutionnair” geheeten
poëzie, dat hij zijn beschouwing besluit
met de opmerking, dat het aanwijzen ervan „ook
eenmaal moest worden gezegd”. Terecht! Wees
toch dit manco in de poëzie niet terug op een
even ernstig manco en misverstand in de revolutionnaire
dynamiek waaruit déze poëzie geboren
werd? De schrijver liet dan ook niet na,
dit misverstand in die dynamiek herhaaldelijk
en nadrukkelijk te belichten. — Maar nu het
dan gezégd is, in een requisitoir, dat de zaken
even scherp als objectief in het licht stelt, moge
het dan nu ook mij gegeven zijn, mijn gedachten
te preciseeren.
Ten eerste komt het mij voor, dat de schrijver
aan het woord „revolutionnair” ten onrechte
slechts één beteekenis toekent. Voor hem kan
alleen een sociale omwenteling waarlijk revolutionnair
worden genoemd en is het meegesleept
worden „door een groote sociale verontwaardiging”
essentieel. Hij stelt de sociale omwenteling
centraal: zij is oorsprong, doel en
stigma van al wat revolutionnair is. Poëzie,
waarin dat „sociale levensbewustzijn” niet overheerschend
meespreekt, kan op het epitheton
„revolutionnair” geen aanspraak maken.
Hiertegen moet ik opmerken, dat men op véle
wijzen revolutionnair kan zijn. Een schilder,
die een omwenteling op picturaal gebied voorbereidt
en verwerkelijkt, is een revolutionnair
schilder. Een staatsman, die een staatkundige
omwenteling tot stand brengt, is een revolutionnair
staatsman. Een dichter, in wien de liefde
tot het vaderland een bezielde dynamiek los-