Macht, een individueele evenzeer als een collectieve beschaving tot haar hoogste zelfontplooiing geraakt), geïnspireerd om het uiterste dat zij bereikt telkens opnieuw te overtreffen.”
    „Sterk vereenvoudigd kan men zeggen, dat Nietzsches strijd met de moraal, den priester, de democratie en het moderne nihilisme in den grond van de zaak niets anders dan een strijd met het christendom is geweest, waarin hij de eeuwenlange ondermijning belichaamd zag van de aristocratische en dionysische waarden, die voor hem de essentie vormden van iedere cultuur. Doordat het christendom het leven splitste in een eeuwigen hemel en een vluchtig bestaan op aarde, doordat het — gewapend met het zondebesef — de wereld verduisterde tot een tranendal en de onschuld van het vleesch bedierf, doordat het — uitgaand van de gelijkheid der zielen voor God — ontzenuwend werkte op een natuurlijk besef van waarde en rang, had het naar Nietzsches meening, met behulp van het scheppend geworden ressentiment, een cultuur in het leven geroepen, die in ieder opzicht het tegendeel van de helleensche was. De mensch kwam te kort in het christendom, de adel van het lichaam werd besmeurd en vergiftigd, de mannelijke waarden door christelijke deugden als medelijden, naastenliefde en nederigheid — met den grond gelijk gemaakt.”
    „Toch is de opvatting, dat wat wij geestelijke en moreele waarden noemen, onafhankelijk van een lichamelijke basis zouden kunnen ontstaan, volkomen onnietzschiaansch. Geen denker ter wereld heeft het lichaam zoozeer verbonden gezien met den geest als hij, en ook op de plaatsen waar Nietzsche over den nieuwen adel der toekomst spreekt, wordt hij door deze gedachte beheerscht.”
    „Door te zeggen dat Nietzsche dacht aan een nieuwen adel der toekomst heb ik er terloops al op gewezen, dat zijn hoop was gericht op een nieuw hooger soort, niet slechts op één enkel mensch. De individualistische genievoorstelling, die hij in zijn jeugd had gevolgd, toen hij de massa uitsluitend geroepen achtte tot het voorbereiden van dat eenzaam genie, wordt nu vervangen door het visioen van een nieuwe aristocratie.”

H. Bruning
















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-07-2012