
 |
dictische en absolutistische formuleering voorhoudt; Het doet geen enkele concessie, noch om te overtuigen, noch om aannemelijker, redelijker of verstaanbaarder te worden. Het is slechts bestemd voor den verstaander. Het is in dit opzicht consequenter dan het goede
betoog, dat evenmin een volkszaakje wil zijn. Het is de laatste consequentie van de wetenschap, dat men ook met het uitvoerige en gewetensvolle betoog niet zooveel verstaanbaarder of overtuigender wordt. In het aphorisme aanvaardt de schrijver zijn menschelijk
isolement, zonder zuchten of tranen, maar met een glimlachje om een werkelijkheid welke hij, althans zichzelf, althans enkele oogenblikken, niet meer ontkennen wil. Als hij glimlacht, glimlacht hij niet om de menschen, doch omdat hij, na zijn vele vaak nutteloos
zwerven onder de menschen, eindelijk weer „thuis” is: zichzelf. Hij rust erin uit — in het aphorisme.
Als hij speelt — maar het spel-element is voor het aphorisme geenszins essentieel — speelt hij niet om de menschen te verwarren of hen omtrent zijn eigenlijke bedoelingen op een dwaalspoor te brengen, hij speelt met zijn eigen waarheden. Men moet de betrekkelijkheid der menschelijke waarheid hebben ervaren 1 ), het misverstand ook, dat met elke waarheid onvermijdelijk zijn intrede doet (en haar vaak daaronder bedelft), — men moet deze ervaringen welgemoed aanvaard of geïncasseerd hebben, om zijn waarheden
zoo zorgeloos (en weerloos: zonder betoog of argument) te kunnen prijsgeven als geschiedt met het aphorisme. — Het is „die nordische Freiheit gegenüber

145
|

 |