|
ruimer baan te maken voor de werkelijk slag-vaardigen, de werkelijke polemisten, de werkelijke kunstenaars, kortom: voor de gerichte en essentieele gevechten.
Schrijvend over het „Epigonentum in Philosophie und Dichtung” merkte Waldamar Bonsels onlangs op: „die kleinen Geister gelangen zu Worte, angeregt durch die noch miszverstandenen Auflichtungen, deren Träger versunken sind, und die Erben bemächtigen sich des errungenen Form- und Geistesgutes in mehr oder weniger lauterer oder verständnisloser Gebärde
einer ermüdeten Nachahmung.” (Die Literatur, Juli ’41.) — Een soortgelijk gevaar bedreigt ook ons, bedreigt de toekomst welke wij voorbereidende
zijn, — die toekomst ook, „waarvoor zooveel edel bloed wordt geofferd”…..
|
|