Uit: DE SCHOUW, 1e JAARGANG Nr 2, 2 FEBRUARI 1942

    De directie van het Stedelijk Museum te Amsterdam deed stellig een cultureel niet onbelangrijk werk, toen zij, ter herdenking van hun geboortedatum, nu 200 jaar geleden, een groot aantal aquarellen en teekeningen (ook enige gravures) exposeerde van de beide Amsterdamsche teekenaars Jacob Cats en Reinier Vinkeles. Twee boeiende figuren, die elk op zich een openbaring zijn, werden op deze wijze aan de vergetelheid, waarin zij geraakt waren, onttrokken. Hun werk heeft ongetwijfeld meer dan enkel topografische waarde, al leert men er het Amsterdam van die dagen dan ook nauwkeurig door kennen. Vooral Cats treft door zijn persoonlijke, gevoelige en poëtische accenten. Weliswaar herhaalt hij zijn motieven vaak (zijn geitjes, honden en paarden zien wij meer dan eens in vrijwel dezelfde houding verschijnen), en ook is er iets gemoedelijk-conventioneels in de wijze waarop hij den flaneerenden patriciër en den zwoegenden kleine-man bij herhaling tegenover elkaar stelt (het 18de eeuwsche Holland stelde geen prijs op rauwe accenten), dit neemt niet weg, dat Cats’ werk boeit en bewondering afdwingt. Deze minitieus en precies, schijnbaar zoo objectief en onpersoonlijk weergegeven stadsgezichten en landschappen zijn doordrenkt van een zachte, poëtische gevoeligheid, zij bezitten iets warms en innigs, iets van den droom van een zeer stillen zomermiddag. Deze atmosfeer vindt men niet enkel in zijn verdroomde, zonnige en lichte achtergronden; zij is bepalend voor heel zijn werk. In hooge mate bekorend zijn ook Cats’ heldere, tintelende wintergezichten, vol leven en blijmoedig vertier. dat echter nooit luidruchtig wordt. Felle, luide accenten zijn Cats zoowel als Vinkeles vreemd. Beiden blijven steeds: bescheiden, binnen hun mogelijkheden. Hun kleur is niet rijk, maar gevoelig, ook in haar weinig opvallende variaties.
     Een enkele maal raakt Cats zwaarmoediger accenten, of een ironischer — dat doet glimlachen.
    Over het algemeen schijnt Cats mij guller, warmer, menschelijker van het goede dezer aarde te genieten dan Vinkeles, die drooger, matter is. Doch ook biï Vinkeles treft een gemoedelijke ironie soms. Zoo in zijn Leidsche Poort, waar een heer en dame een bedelaar passeeren, wiens onopgemerkte hand vergeefs om een aalmoes vroeg (de kostbare damessleep

















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-07-2012