de objecties der anderen (die, naarmate hij scherpzinniger is, vanzelf de zijne zijn). Als Gilliams tenslotte zijn gedachten formuleert, is hij slaags geweest met de opwerpingen van tien anderen, omdat zij alle zijn opwerpingen zijn geweest: de — doch dan reeds ontzenuwde — overwegingen van zijn gevoelig, nerveus en helder denken, van zijn waaksch, niet te overrompelen intellect.
De kunstgeleerde gaat wel eens eenigszins denigreerend voorbij aan den dichter die het waagt over een schilder (of in het algemeen over de schilderkunst) het woord te nemen. Dat is het alleenrecht van den specialist, want het fijne, het eigenlijke, de schilderkunstige schepping die een schilderij allereerst is, ontgaat dien „dilettant”. Kunstbeoordeeling is het werk van kunst- d.i. vak-geleerden. Reeds Karl Scheffler protesteerde daartegen in zijn prachtige boek „Der Geist der Gotik”, toen hij schreef: „Nur wer die Kunst aus der Erfahrung der sinnlichen Empfindungen denkt, hat sie in ihrer Totalität; wer sie begrifflich meistern will, besitzt sie immer nur in Teilen. Darum haben die schaffenden Künstler, in all ihrer Einseitigkeit, ein so fruchtbares Verhältnis zur Kunst. Sie wählen, gruppieren und werten aus dem Instinkt, ihre Gedanken werden von der leidenschaftlichen Liebe geboren, während sich beim Theoretiker nicht selten die Liebe erst am Gedanken entzündet.
Gilliams bewijst het ongelijk van genoemd dédain en bevestigt de vruchtbaarheid, waarop Scheffler zinspeelt, met een boek, dat wellicht het prachtigste is dat wij over een schilder bezitten, een boek dat ons doet wenschen, dat hij nog meerdere malen over de vertegenwoordigers van onze schilderkunst het woord neemt. Hoe openbarend zou hij, juist hij, over onzen Vermeer van Delft kunnen schrijven — men leze slechts de enkele alinea’s die hij in het boek over De Braekeleer aan den Delftenaar wijdt!

II

Het verzet van den kunstgeleerde tegen den dichter, die over schilderkunst het woord neemt, is gemeenlijk (grof geformuleerd), dat den dichter het eigenlijke schilderkunstig bereiken, datgene waarmee een schilderij als schilderij staat of valt, ontgaat, om des te meer aan-

















aangemaakt: 19-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-03-2012