Uit: NIEUWE TILBURGSCHE COURANT
50e Jaargang No 10219, Woensdag 17 Juli 1928


    Het genre eenmaal aanvaard, bezit dit boek, als verhaal en in zijn sóórt goede kwaliteiten; en even is het beter dan men van Timmermans verwachten mocht. — Goed is bijvoorbeeld de ontmoeting met Veronica, haar dood en Pieter's liefde voor dit meisje. Al worden deze passages nergens opgevoerd tot dingen die de verbeelding heviger boeien en die herinnering zullen bijblijven — zij behoren tot de „gelukkiger” momenten, evenals Pieters binnenkomen te Antwerpen, het tekenen gedurende die eerste nacht, en dergelike dingen meer. Zolang het nog niet handelt over de eigenlike Bruegel, de Bruegel die we uit zijn werken leerden kennen, is men wel genegen een en ander te aanvaarden, — óók op (de twijfelachtige) hoop van beter. -— Twijfelachtig.... want men weet bij voorbaat reeds bijna zeker dat Felix Timmermans dit onderwerp niet aan zal kunnen: Bruegel is niet de man van zijn dimensies en zo weinig leeft er van den hartstochteliken en door angsten bezeten Bruegel in den goedmoedigen Timmermans dat er voor de schrijver van dit leven weinig anders overschiet dan deze mens min of meer te hervormen naar het eigen beeld ende gelijkenis. En op die manier een verhaal te scheppen, een levensbeeld te ontwerpen waar mede dan de schilderijkes met het dunne garen draadje van een te weinig skrupuleuze fantazie later handig verbonden worden. Aldus: de gewone sfeer van Timmermans boeken wordt hier en daar wat verhevigd en verbreed (en dit toch is in ieder geval iets goeds!) en het werk van Bruegel wordt stillekes een wat gemoedeliker kant uitgeduwd.
    Als verhaal bezit dit boek dus goede kwaliteiten, — als beeld van Bruegel is het totaal mislukt, en voor een goed deel doordat de vrolike Felix al „ruikend” wilde te werk gaan. Het is natuurlik wel plezant op de omslag weer zo’n echt Timmermanse ondertietel te hebben staan, maar men haalt er dit leven en de geest van Bruegels werk toch te zeer mee omlaag — zooals met het beeld en het leven van Fransiskus besmeurt wanneer men van hem en zijn mede-minderbroeders zegt dat zij „ware vastenavondgekken van den Heer” waren. Al is de intensie van deze woorden dan op zekere hoogte goed — men drukt deze gedachte toch niet op dergelike wijze uit: daarvoor was het gebeuren tussen Jezus en Fransiskus een te grote en verhéven realiteit, te ondenkbaar-sereen, en daarvoor heeft deze kleine arme van Christus te diep geléden. Men mist in die woorden de eerbied, en de joviale sfeer dezer woorden is een bijna tegenovergestelde aan die waarin het leven van Fransiskus zich eenmaal voltrok. Men vraagt zich af of het begrijpen van de schrijver wel iets anders was dan de boertige herhaling van enkele welbekende gemeenplaatsen. — Zoo ook by Bruegel. Als men eenmaal kennis nam van enkele der hoogtepunten in diens werk, dan laat men een trouvaille die misschien bij een enkel werk wel aardig op zijn plaats leek aanstonds varen omdat zij de werkelike verhoudingen van dit leven ŕŕntast en een sfeer suggereert die nergens aanwezig was. Timmermans heeft deze trouvaille niet laten varen (integendeel!) en met de omslag alleen kan men dit boek eigenlik al reeds veroordelen.
    Desniettegenstaande hebben we het gehele boek met grote aandacht gelezen.
    Intussen: we kunnen maar moeilik aannemen dat het dit (buiten het Pallietertjeselement) vlak — en ten opzichte van de realiteiten van dit leven (als zonde en schuld) en ten opzichte van de problemen van zijn tijd bangelik en halfslachtig-levende manneke is geweest die zo vervolgd werd van de worgende angstvizioenen der zonde, die zó schoon en diep de Liefde Gods bepeinzen kon en zo fel de verschrikkingen van zijn tijd onderging als bleek uit al zijn werken. Men vraagt zich voortdurend af: hoe kon deze zulke grote en hevige dingen scheppen, en ten andere, als dat niettegenstaande alles toch mogelik is, hoe komt het dan dat Timmermans niet eens uit z’n slof schiet en, wézenlik niet van deze, zijn, Bruegel verschillend, niet ’ns één keer zo’n kunstwerk, of volgende kolom

















aangemaakt: 22-01-2012 Copyright © 2012 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 05-05-2012