overzicht werken
vorige bladzijde



over hen voltrekt; alsof geen Christus de Samaritaansche voorzegd had : « Maar het water dat Ik hem geven zal, zal in hem een b r o n worden van water dat tot eeuwig leven springt » ; alsof geen Joannes ooit de hymne schreef :

« En wij aanschouwden zijne héérlijkheid :
heerlijkheid a l s   v a n   d e n   E e n i g g e b o r e n e  u i t  d e n  V a d e r,
VOL VAN GENADE en waarheid »,
« En uit z i j n e  v ó l h e i d   o n t v i n g e n   w i j  á l l e n , JA GENADE OP GENADE ».


De eenige werkelijkheid, die de Christen heden leeft (rést), is een onbestemd Hiernamaals : waarvan hij alles verwachten moet, – doch waaraan hij nauwelijks dúrft denken.

Dit, dit leege, ontluisterde bestaan werd voor talloozen de gansche inhoud van het zoo glorieuse Kindschap Gods.

Ik zeg dit niet om te beschúldigen, – ik c o n s t a t e e r een wérkelijkheid. Hier allereerst demonstreert zich de armoede, die leeggeplunderde, mensch-onwaardige staat waartoe de koninklijke mensch verviel, – En als wij de schúld van dit alles óók een verworden en nalatig verleden verwijten, dan toch slechts om zelf schuldeloozer voor de toekomst te staan : om althans iéts g o e d te maken, iéts te h e r s t e l l e n.

 

*   *   *

Het bovennatuurlijk leven der geloovigen waarop wij zoo juist doelden, is het g e z a g s g o e d der Kerk. Dát is het « eerste gezag »: dáárop moet, direct of indirect, elke handeling der kerk, van de vertegenwoordigers van dit gezagsgoed, van deze schakels tusschen dit doel en den mensch, gericht zijn.

Doch « gezag » – en hier naderen wij een tweede werkelijkheid


15





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 18-09-2008 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-12-2009