terug naar werken Henri Bruning
vorige bladzijde



van den mensch op het doel der natuurlijke gemeenschap; de kerk richt het handelen van den mensch op het laatste levensdoel: God. In den staat vindt de mensch zijn natuurlijke voltooiing, in de kerk zijn bovennatuurlijk leven (waarvan de eindvoltooing — de Godsaanschouwing — hem in het Hiernamaals ten deel valt).


10


    Zoo staan dan de beide machten: kerk en staat als twee machten náást elkaar en... schijnt de droom der Middeleeuwen gansch verstoord te zijn. Inderdaad. En terécht verstoord.
    De Godsstaat, ,,één monarch, één rijk, één zwaard”, d. w. z. ook de wereldlijke macht in handen der kerk, — deze onwereldsche droom 1) die velen eertijds ongetwijfeld oprecht en zuiver heeft vervoerd, doch die in de historische werkelijkheid zulke monsterlijke consequenties aan clerikale hoovaardij, zinnelooze wreedheid, corruptie, geestelijke tyrannie, menschelijke verslaving en godsdienstige verdwazing heeft meegebracht (en, onvermijdelijk, mee móest brengen: omdat in de werkelijkheid geen enkle voorwaarde voor een Godsstaat aanwezig was), — deze onwereldsche droom bedreigt ons niet meer en houdt ons, als gevaar, ook niet bezig meer. Hij werd een volmaakt kanslooze mogelijkheid. Alleen hierom reeds: omdat het volmaakt uitgesloten is dat de vertegenwoordiger van een bepaalde godsdienst zich als zoodanig als eenige, volstrekt eenige souverein oplegt aan een wereld die immers zoovele andere godsdienstige overtuigingen is toegedaan.
    Ook de splitsing van beide machten over twéé gezagsdragers, een wereldlijke en een kerkelijke, die echter beiden in dienst zouden staan van één doel: het Rijk Gods, — ook deze eisch moet men als een onwereldsche illusie — en om dezelfde reden — afwijzen. Niets toch kan ons dwingen den eisch te stellen, dat ook de tijdelijke gezagsdrager zich dienstbaar maakt aan een doel dat slechts door een kleine minderheid als doel gezien, en door een nog geringer minderheid waarachtig beleefd wordt.
    De eenig juiste en de eenig zuivere verhouding is de volstrekte scheiding van beide machten, elk in dienst van het eigen (d. i. een essentieel ánder) doel.


1) ,,Onwereldsch” in den zin van onwerkelijk; gelijk in mijn ,,Verworpen Christendom” (pg. 210-215) nader uiteengezet.

12





















volgende bladzijde



aangemaakt: 11-09-2009 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 18-09-2009