|
„Wat liet Ge mij, dan roof en eenzaamheden.
Is het niet enkel smart, die U en mij omhult.
Ik heb met U het bitterste geleden.
Waarom. Wat is de zin van Uw en mijn geduld.”
„Het is uzelf niet zijn, en zelve onvervuld
met Mij de wijnpers van de liefde treden . . .”
„Het bitter loon der liefde is al zwaarder schuld . . .”
„Mijn wijnpers treden is zichzelf vertreden.”
|
19
|
|