lijst van werken
vorige bladzijde



A A N T E K E N I N G E N

1

Zijn misverstanden op het gebied van het maatschappelijke blijven hier buiten beschouwing. Maar één toch is het signaleren waard, ook wegens het missionair misverstand dat er het gevolg van werd. Wat hem in het na-oorlogse, economisch geheel ontredderde Japan mateloos tegenstond, was het volstrekt gebrek aan arbeidsethos. De Japanner zat moedeloos bij de pakken neer en voelde niets voor ,,aanpakken en nogmaals aanpakken” (98). Het geloof was algemeen dat ze ,,die Sache doch nicht schmeissen können” (189). Erger: de dollars, inplaats van voor machines gebruikt te worden en de industrie ermee op peil te brengen, werden verkwist aan de bouw van theaters en muziektenten, aan televisie-apparaten, luxe, vermaak e.d. (77). Het ligt voor de hand hier te denken aan een alleszins begrijpelijk postwar-verschijnsel. Voor Van Straelen is het echter karakteristiek voor de Japanner, en de hoofdschuldige is hier het boeddhisme! Door dat boeddhisme bezitten de Japanners ,,hoegenaamd geen arbeidsethos, en die moet op de allereerste plaats gebracht worden”. ,,Maar voordat een boeddhist of shintoïst dat inziet, daarvoor is heel wat nodig” (55). De enige remedie is derhalve een nieuwe religieuze injectie. ,,Wij, christenen, moeten momenteel aan de Japanners het voorbeeld van de Goddelijke Werkman van Nazareth voorhouden. Wij moeten hun hoogachting bijbrengen voor de handenarbeid, die net zoveel eerbied verdient als de intellectuele arbeid” (64). ,,Alleen het christendom is uiteindelijk en blijvend Japans redding, voor een zeer groot gedeelte ook op economisch terrein” (62). ,,Duidelijker dan ooit heb ik nu ingezien, dat een christelijke levensbeschouwing, werkelijk beleefd en in de practijk gebracht, een economische kracht vormt van enorme dimensies” (218). Wij, christenen, moeten de Japanner losrukken uit zijn oosterse indolentie en leren ,,zichzelf te helpen. Of zij ooit die energie zullen opbrengen zonder het licht van Christus?” (152). Het zonderlinge van deze ,,diepte-psychologie” en het op deze analyse gebaseerde missionaire directief bespeurt men, als de schrijver op p. 125 van een totaal andere mentaliteit en haar resultaten kond doet. Daar leest men: ,,Het zgn. overbevolkte Japan heeft in zijn hele geschiedenis nog nooit zo’n hoge levensstandaard bereikt als momenteel. Het jaar 1955 is Japans beste economische jaar geworden sinds 1935. De export steeg met 40%. Het fiscale jaar 1955, dat 31 maart 1956 eindigt, zal een exportcijfer kunnen aangeven van 2.050.000.000 dollar, hetgeen de stoutste verwachtingen verre overtreft. De yen wordt steeds stabieler. Het produktieniveau was 90 % hoger dan gedurende de jaren vóór de oorlog. Japan is al de tweede scheepsbouwer der wereld. De volksgezondheid is nog nooit zo goed geweest”. En op p. 129: ,,En terwijl ik deze regels aan het typen ben, brengen de Japanse bladen weer de meest optimistische berichten, bijvoorbeeld dat gedurende de laatste 8 jaren de gemiddelde levensduur van het Japanse volk 14 jaren langer is geworden. Verder vermeldt dezelfde krant, dat er rijke uraniummijnen ontdekt zijn, dat er volgende bladzijde


227














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 08-09-2010