lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde over het goede leven, Jezus’ woord dus, voort te brengen. Zulk een wil veronderstelt geen luciferistische hoogmoed. Men kan nauwelijks anders verwachten als het evangelie de wezenseigen orde is van de mens en het leven een terugwillen is naar de oorspronkelijke orde die verstoord werd. Ja, het schijnt dan wel of heel de godsdiensthistorie der mensheid ondanks (en soms denkt men: nog in) haar meest verwilderde aberraties, in wezen één vehemente worsteling is geweest om dát woord voort te brengen. Misschien zijn alle ontaardingen in oorsprong wel hieruit te verklaren, dat men dit woord, het woord der werkelijke menselijke goedheid, niet zelf kón (of kan) voortbrengen, of hieruit: dat dit woord niet aanwezig was. Men vermoedt dit omdat, wanneer de liefde, zoals Christus haar predikte, niet gekend wordt als het werkelijke scheppende beginsel, de heerschappij van het gekénde goede als orde-beginsel schier altijd dwang, list, misleiding, geweld meebrengt en dan verwerkelijkt wordt ook met al de gedepraveerde hartstochten die het geweld oproept en nodig heeft. De tyrannie van het gekénde goede (dat niet het werkelijke menselijke goedzijn is) is ook een gefrustreerde waarheidswil, een gefrustreerd geweten, een in het nauw gedreven verantwoordelijkheidsbesef; zij vindt óók haar oorsprong in de vernederende onmacht het goede geheel te kennen, en men bedenke: dit is een schier satanische vernedering voor de goede wil. Men is te meer geneigd deze aspecten in overweging te nemen, omdat zelfs na de moord op de uitgeleverde en verloochende Christus diens leerling, Petrus, degenen die Hem uitleverden en ombrachten verontschuldigde met de woorden: ,,En nu, broeders, ik weet, dat gij uit onwetendheid gehandeld hebt, evenals ook uw overheden” (Hand. 3, 17). Daarmee is niet alles gezegd, maar wel, dat ook deze meest demonische daad, de moord op de Godmens, hoezeer ook schuldige hartstochten er beslissend aandeel in hadden, ergens nog herkenbaar is als wil tot het wáre goede: het gekénde goede te verdedigen, te bestendigen, het niet te laten ontwrichten en ontwaarden.
Zijn bedoelde ontaardingen, en is zelfs de religieuze moord op de volgende bladzijde


198














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-08-2010