lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde dit werk (veel ervan) specifiek-priesterlijke missie-arbeid is 1) Ten tweede, of de missionaris die moet bewijzen dat hij geen Beotiër is maar én gelovig én intelligent, dit niet allereerst moet bewijzen op het terrein van zijn priesterlijke werkzaamheid, als apostel op zuiver religieus gebied. Ten derde: of de priester-missionaris een antwoord moet zijn op de Japanse eerbied voor titels en diploma’s óf, vóór alles, op dat veel wezenlijkere: zijn eerbied voor (en nood aan) religie: ,,ein stilles Leben in Selbstvertrauen und Aufrichtigkeit”, ,,Vereinfachung des Lebens, Beherrschung der Begierden, keinen Augenblick mussig verschwenden, Selbständigkeit und das, was ’geheime Tugend’ genannt wird” zoals Suzuki omschrijft 2). En ten vierde: of het niet-Beotiër-zijn moet bewezen worden met Teilhard de Chardin, wiens werk als verenigbaar met de christelijke leer immers nog altijd het voorwerp is van onbeslist gebleven discussies 3). Men stelt zich deze vragen enigszins verontrust, omdat ook de europeaan een bijna kinderlijke bewondering koestert voor titels e.d.; en omdat ook in Europa – hoe lang reeds!? – het streven niet onbekend is te bewijzen dat ook de priester op het gebied der profane wetenschappen geen Beotiër is. Ook in Europa zorgde hij ervoor dat de Kerk en het katholicisme op die wijze aan prestige won en wint. Niettemin neemt de afval hand over hand toe en is tenslotte vaak de enige bevreemding van de niet-katholieke intellectueel, níet dat de priester een wetenschapsman is, maar dat die wetenschapsman gelovig, katholiek en priester is (maar dat zal dan wel zijn naieve kant zijn, redeneert de niet-katholiek dan verder 4) ) En dan: het kan wel waar zijn, dat de Japanner een hang heeft naar wetenschap, maar het is niet zo ongerijmd te overwegen dat ook de missionaris zo’n hang heeft en dat het be- volgende bladzijde


1) De missie maakt duidelijk dat de specifiek priesterlijke taak onvolledig omschreven wordt als deze wordt herleid tot ,,een zending van gebed (het gebed dat de priester verricht als bedienaar) en genadebedeling”, De Bazuin, 31-4-1954.
2) ,Die Grosse Befreiung’, p. 104, 182.
3) Dat kan hachelijke consequenties meebrengen. Bovendien: waar wij vaststellen ,,dat de problematiek in het leven van Teilhard de Chardin de problematiek is van alle Japanse intellectuelen”, daar stelt de Japanner misschien enkel vast dat Teilhard de Chardin de ontbrekende wetenschappelijke bevestiging geeft van de boeddhistische leer over de keten van oorzaak en gevolg . . .
4) ,,Il (Albert Camus) me regardait avec curiosité, certainement avec sympathie, mais sans illusion” . . . schreef R.-L. Bruckberger O.P. in het herdenkingsnummer van La Nouvelle Revue Française dat gewijd was aan Albert Camus (mars, 1960, bl. 517).


193














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2014