lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde even beklemtonen en preciseren, en wel n.a.v. een beschouwing van Maria Rosseels over het missioneringsstreven van pater W. A. Grootaers 1), welk stuk mij in handen kwam nadat ik het bovenstaande reeds geschreven had. Ook pater Grootaers verdedigt: ,,Niet alleen individuen moeten worden gedoopt; het is een gehele cultuur die van het christendom – maar dan een evangelisch christendom – moet worden doordrongen.” De missionaire werkzaamheid, welke hij aan deze stelling verbindt, omschrijft en motiveert hij echter, in de weergave van Maria Rosseels, als volgt. – De Japanner, zo merkt hij op, koestert een bijna kinderlijke bewondering voor experts, voor mensen die iets kunnen buiten het gewone, voor titels en diploma’s. Dat soort mensen heeft voor de Japanner gezag 2). De katholieke wetenschapsmensen en filosofen kent hij echter niet. Evenwel: ,,Prestige winnen voor de Kerk en voor het katholicisme is in Japan een grote vereiste. Bewijzen dat men én gelovige én intelligent kan zijn. Duidelijk maken dat een katholiek niet noodzakelijk een Beotiër is maar dat hij, als wetenschapsmens, ook door andersdenkenden wordt gewaardeerd”. – Daarom vertaalde pater Grootaers voor Japan Teilhard de Chardins Le Phénomène Humain en introduceerde hij Simone Weil; daarom ook heeft een japanse vertaling van James Joyce te maken met missiewerk, heeft het samenstellen door een missionaris van een japanse dialectkaart en een uitgave van een japanse dialect-atlas missionair zin, en zo ook de zorg dat bepaalde passages van Graham Greene en Kathryn Hume's A Nun’s Story geheel zuiver vertaald worden en niet, zoals aanvankelijk het geval was, geïnterpreteerd worden ,,vanuit het standpunt en de geesteshouding van een boeddhist”. Dit alles is een onrechtstreekse vorm van missionering, maar die toch wel degelijk missionarisarbeid is. – Tot zover, kort samengevat, Grootaers exposé in de weergave van Maria Rosseels.
Ik wil het nut van dit alles voor de kerstening ener cultuur niet ontkennen, maar er rijzen toch een viertal vragen. Ten eerste of volgende bladzijde


1) ,De Standaard der Letteren’, Brussel, 21-5-’60.
2) Men moet dit overigens ook weer niet te absoluut stellen. M. Giuglaris beschrijft uitvoerig waarom vele oorspronkelijke japanse geleerden hun heil hebben moeten zoeken in het buitenland.


192














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-08-2010