lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde Ons leven – een durend wórden – blijft altijd een zeer voorlopig begrijpen: het is niet de waarheid, het is veeleer slechts een deelhebben aan de waarheid, een ten dele bezitten, dat dan ook telkens moet worden herzien en gecorrigeerd. Het is niet zó waarschijnlijk, dat de niet-christen door ons, door óns woord, met enige goede wil Christus als het antwoord herkent dat Hij is. De niet-christen die op zekere dag op een beperktheid of dwaling stuit in zijn religie, loopt kans datzelfde te ontmoeten in de christelijke religiositeit 1). Het christendom verkeert in zijn zichtbaarheid, of met zijn vertegenwoordigers, niet in een zó zichtbare (overtuigende of onbetwistbare) voorrangspositie als wij vaak wanen. – En ten tweede: het christendom zelf eist, ergens, in volstrekte zin geloof. Dit betekent, dat ook het christendom – zo niet voor de christen dan toch voor de niet-christen – ergens voor het verstand onbeantwoorde vraag blijft. Ja, het blijft dat bij de kwellendste en schoonste vragen. Ergens vraagt het de denkende en zoekende mens eerbiedig en zwijgend te buigen. – Maar dát weten – dat men ergens het hoofd zwijgend en deemoedig moet buigen – behoort nu juist ook tot de essentie van de niet-christelijke religiositeit. Dat is ook háár grootheid. Evenwel, als de religieuze niet-christen moet buigen, dan is het logisch dat hij dit allereerst doet in en voor het geloof zijner vaderen (waaruit toch alles wat hem heilig en dierbaar is, is voortgekomen) en niet, dat hij buigt in en voor een geloofswoord dat van elders komt en waarmee hij in eerste instantie geen wezenlijke gemeenschap heeft, ja, dat hij dan beschouwen moet, niet enkel als het woord van een ánder geloof, maar ook... als een woord van zeer wezenlijk ,,ongeloof”. Reeds om die reden – geheel afgezien dus van de gegronde verwijten die hij de christelijke wereld vaak maakt 2) - is het geheel begrijpelijk, dat hij in zijn geloof vol volgende bladzijde


1) Er is immers – zo moeten we afleiden uit wat we vrijwel dagelijks kunnen lezen – heden meer op drift, of in een impasse geraakt, of voor revisie vatbaar gebleken dan een populair kerkbesef, en meer staat er ,,in de steigers” dan enkel een kerkgevel.
1) ,,Gij zendt ons uw missionarissen om ons uw godsdienst te prediken. De waarde van uw godsdienst loochenen wij volstrekt niet, maar nadat wij u gedurende twee eeuwen hebben leren kennen, zien wij, dat geheel uw leven met de voorschriften van uw godsdienst in strijd is, en dat de geest van waarheid en liefde, die uw God u geschonken heeft, u niet leidt, maar de geest van voordeel en geweld, welke in alle kwaden leeft. Een van de twee is slechts mogelijk: óf uw godsdienst kan, bij al haar innerlijke voor-


186














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-08-2010