lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde Wat houdt dat eerst nodige, die grondslag van alles, die imperatief welke vóór alles en in alles moet worden vervuld en waarvan het vroegste apostolische handelen, ondanks alle onvolkomenheid, de gestalte is geweest, nu eigenlijk alles bij elkaar als opperste ernst in? Een onbereikbare hoogte van bovennatuurlijke bewogenheid en menselijke volmaaktheid? In de grond is het alles bij elkaar te herleiden tot dit normaal menselijk gedrag: een gaan van mens tot mens, – tot een mede-mens: tot een gelijkwaardig wezen; en zulks om die mede-mens deelgenoot te maken van diezelfde evangelische boodschap waarvan Christus hém deelgenoot heeft willen maken en die toen zijn blijdschap is geworden, zijn leven, en daarom zijn apostolische wil tot mededeling. En deze apostolische houding is niets anders dan de geheel vanzelfsprekende grondhouding van eenieder die een waarheid is, leeft en lief-heeft en deze als bevrijdende waarheid aan anderen wil kenbaar maken. Zij is niets anders, deze apostolische houding, dan dit primaire en geheel vanzelfsprekende: een bewogen-zijn met de mens en een bewogen-zijn door het woord. En dat is – zou men kunnen zeggen en zou men te nadrukkelijker willen zeggen na al de diepzinnige of zwaarwichtige methodes welke men voortgaat op te stellen om ,,de ander” ,,te bereiken”, – als methode de opheffing van elke methode. Het is als methode een bijna-niets, dat in wezen alles is gebleken. Het is die methode van het vroegste christendom welke het romeinse keizerrijk kerstende. En dat laatste is niet zó onbegrijpelijk. Het is de methode van het zaad dat enkel záád d.i. enkel volledig leven is. En dát is het beslissende als het erom gaat de mens ,,aan te spreken”. Wij spreken de ander niet aan als mens door hem als mens te respecteren (dat is geheel vanzelfsprekend eerste voorwaarde) noch door ons van zijn waarheidsleven meester te maken en zijn ziel binnen te dringen (die heilige grond waar men slechts zelden een ander toelaat). Wij spreken de ander als mens aan inzoverre wijzelf mens zijn d.i. inzoverre óns woord levend getuigenis is: antwoord werd op de ervaren spanningen en vragen van het menselijk bestaan. Als ik Sartre lees of Joannes van ’t Kruis, speelt het feit, dat zij mijn waarheidsleven, mijn spanningen, mijn vragen, volgende bladzijde


178














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 28-08-2010