lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde zulk een verrassend licht wierp op de voor-christelijke liturgie, stelt prof. Mohr ten eerste vast, dat in de godsdiensten der afrikaanse volken de voorstelling aanwezig is van een hoogste wezen, een Opperwezen, waarmee de mens in het geheel niet in nauwe of onmiddellijke relatie staat (in deze voorstelling openbaart zich het besef van een volstrekt transcendente God). Ten tweede is er de voorstelling van een ,,zoon van God of kleine God”, ,,de middelaar tussen God en de mensen”. Ten derde: deze middelaar werd ,,door de mensen gedood, doch is weer in het leven teruggekeerd”. Ook de afrikaanse volken hebben hun ,,gedode en verrezen godmens” 1). En tenslotte zien deze godsdiensten mens en cosmos opgenomen in een cosmisch heilsmysterie en is er ook voor die religies reëel sprake van een ,,consecratio mundi” en een ,,consecratio vitae”. – Zo ziet men in deze religies niet slechts de beide ,,Urtriebe” werkzaam die kenmerkend zijn voor alle religiositeit – ,,die Sehnsucht, die Welt zu verstehen und sinnvoll zu deuten”, en die ,,nach der Vergöttlichung des Menschen und der gesamten Existenz” (Leopold Ziegler), – maar blijken – belangrijker – ook reeds de grote thema’s der christelijke religie in voor-christelijke bezinning in het afrikaanse werelddeel aanwezig en, naar mij voorkomt, waarlijk niet énkel in de gedaante van een natuurreligie.
2. Verdiept men zich in de geschiedenis van het boeddhisme 2) en daarmee in de religies van het aziatische werelddeel, dan bemerkt men weldra verbazingwekkende overeenkomsten met zeer veel waarin ook de Kerk groot en ontzagwekkend is geweest: haar indrukwekkende reeks gestalten – ook menselijk van ongewoon formaat – van Ordestichters, heiligen, contemplatieven, wijzen, predikers en mystici, vertegenwoordigers allen van de evangelische imperatieven der volstrekte armoede, wereldverzaking, zelfontlediging en liefde; haar schepping vervolgens van een geheel eigen cultuur, een cultuur die in haar middeleeuwse volgende bladzijde


1) ,,Het is de niet slechts in Afrika maar over de gehele wereld verbreide mythe van de gedode en verrezen godmens”, schrijft prof. Mohr nog. Ook in Soustelle’s ,La vie quotidienne des Aztčques’ vindt men deze mythe; zij heeft daar zeer schone, waarlijk aangrijpende accenten.
1) Geen betere introductie wellicht om kennis te maken met da realiteit van het boeddhististhe geloofsleven dan het reeds vermelde boek van H. Dumoulin: ,Zen, Geschichte und Gestalt’.


158














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2014