lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde wel vaker betwistbaar (en kinderlijk soms). ,,L’âme primitive de l’Inde a passé” schrijft hij zo stellig. Daartegenover zouden we de mening willen stellen van Gonda (hier ongetwijfeld een deskundige, en met zijn mening staat hij beslist niet alleen): ,,Thans is sinds ongeveer één en een kwart eeuw de mogelijkheid en het begin aanwezig van een nieuwe opbloei, van een voortzetting in gedeeltelijk gewijzigde koers, van een geheel onvermoede synthese misschien, – wie zal zeggen, wat de toekomst de Indische volken nog zal doen bijdragen aan de menselijke cultuur?” 1)

Maar genoeg. De voorbeelden mogen voldoende zijn geweest om te doen beseffen hoevele onzekerheden en onbeantwoorde vragen ook (of reeds) de objectieve wetenschap van de groten van het denken, reeds m.b.t. de meest essentiële waarheden van de religies van het Oosten, behelst; hoe ook bij hen, op hun plan van ernst, de interpretatie van een waarheid weer met andere waarheden (of onmiskenbare feiten) in strijd is, – hetgeen ook de interpretators onderling weer zijn. Hoeveel van hun ernstige objectieve wetenschapsoordelen over die religies – men denke aan die van Hegel, Schopenhauer, Deussen, Heiler etc. – blijkt dan ook op een goede dag achterhaald, onhoudbaar. Heel die wetenschap (evenals de wetenschap) verkeert in een staat van voortdurende wording; zij is gissen en tasten aan de hand van zekerheden en nog meer ónzekerheden en dupe, zoals we zagen, van cultuurfase en wetenschapsfase. Men betreedt de wereld van het Oosten niet enkel met een onvolmaakte (persoonlijke) interpretatie van dé Waarheid, maar ook met een geheel onzekere (en onzeker blijvende) kennis van de waarheden der vreemde religies. – Zoals gezegd: de wetenschap als wetenschap kan de onzekerheid en onvolledigheid van haar kennen sereen als sine qua non aanvaarden, maar voor de wetenschap in functie van het handelen, tast deze onbetrouwbaarheid de grondslag van het handelen zelf aan, i.c. het vervolmaken en voltooien. Zij werkt gevolgen uit die men niet sereen als een sine qua non kan (of volgende bladzijde


1) ,Inleiding tot het Indische denken’, p. 296. vergelijk ook Edw. Conze: ,Buddhism, its Essence and Development’, Oxford, 1953.


150














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 13-10-2014