voorbijgaan aan de boeddhistische mystiek), evenals in de weldra intredende verstarring van het missionaire denken der volgende eeuwen, wreekte zich ongetwijfeld ook het noodlottige feit, dat de bevrijdende, de van velerlei middeleeuwse levensbeknelling en verwilderde godsdienstige practijken bevrijdende, machtig baanbrekende stem van de geniale Nicolaas van Cusa (1401-1464) in het na-reformatorische katholicisme gedoemd was zonder weerklank te blijven. Hij toch was honderd jaar voor Franciscus Xaverius en in het voetspoor van Eckhart en Tauler tot een Gods- en wereldbeschouwing gekomen (een cosmische ordo amoris als uitspraak van de Onkenbare), waarin het starre, harde vonnis over de niet-christelijke godsdiensten subliem en wezenlijk overwonnen was. In zijn De Pace beproefde hij, bewogen door een diepe onrust en deernis ¹), een fundament te leggen voor de vrede tussen de verschillende wereldgodsdiensten (waarbij hij zelfs de religie van Indië in zijn aandacht betrok): ,,Jeder erstrebt in dem, wonach er zu streben scheint, nur das Gut, was Du bist. Was will der Lebende, als leben? was der Seiende, als sein? Du also, der Du der Spender des Seins und Lebens bist, bist es, der in verschiedenen Religionen in verschiedener Weise gesucht und mit verschiedenen Namen benannt wird, weil Du in Deinem wahren Sein allen unbekannt und unaussprechlich bist” ²) ,,Ihr werdet finden, dass derselbe Glaube überall vorausgesetzt wird (). Es kann nur eine Weisheit geben; gäbe es mehrere, so müssten sie aus einer herstammen; denn vor aller Vielheit ist die Einheit. Jeder erfährt in der Entfaltung derselben ihre unendliche Kraft” ³) ,,Die Menschen begehren die Glückseligkeit, welche das ewige Leben ist, in keiner andern, als in der ihnen eignenden menschlichen Natur; der Mensch will nur Mensch sein, kein Engel oder eine andere Natur; er will aber ein glückseliger Mensch sein, der die hochste Glückseligkeit erreicht.

¹) Bewogen nl. door het ,,Seufzen der Ermordeten, der Gefesselten und Gefangenen, die um der Religionsverschiedenheit willen leiden”, terwijl ,,alle, welche diese verfolgung ausüben oder erdulden, nicht anders glauben, als ihr Seelenheil erfordere dies.” Nicolaus von Cues, ’Gespräche Abhandlungen’ (besorgt von Artur Buchenau). ’De Pace’, p. 11, Berlin, 1948.
²) Idem, p. 8.
³) Idem, p. 12.

143