lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde al dezen – deze zuiveren van hart, deze eenvoudigen van goede wil, – elders aangewezen op burgerlijke fatsoensnormen die alleen een menselijke buitenkant vermogen aan te spreken, – moeten omgangsvormen, die de mens telkens weer herinneren aan het waarlijk goede leven, aan een leven van innerlijke harmonie, van goedheid en eerbied, van stilte en reinheid zonder twijfel een vormende, richtende, zuiverende invloed hebben. Hun geweten hoe ongevormd het ook bleef – wordt nog verontrust wanneer zij de tegenspraak gewaar worden tussen hun leven en wat het eigen handelen in zijn vormgeving hen als ware menselijke goedheid voorhoudt. En hoeveel meer nog zal dit het, geval zijn wanneer diezelfde eenvoudige mens, zoals in Japan, gevoelig is voor de schóónheid van die vormen; en wanneer ook de kunst, waarmede hij in aanraking komt, met haar serene stilte en verheven verzonkenheid hem telkens herinnert aan zuiverder levenswaarden dan die waaraan de materialistische en burgerlijke mens zich verslingert. En aan die hogere waarden van het boeddhisme herinnert hem nog zoveel meer. Niet enkel de tempels en monniken 1), ook zovele uitingen van echt japans cultureel leven, het japanse toneel, de japanse woningbouw, de inrichting ervan, het thee-ceremonieel, de kunst van het bloemenschikken etc. herinneren de japanse mens telkens aan een leven van soberheid, schoonheid, goedheid en stilte.
De zuiverende uitwerking hiervan is niet enkel hypothese. Wij kunnen deze reeds afleiden uit het feit dat er, zoals Van Straelen schreef (en ik reeds citeerde), in een tijd waarin ,,de meeste zedelijke waarden zijn vernietigd”, ,,nog zoveel studenten zijn die zich moreel zo goed hebben gehouden” en dat er, in diezelfde ontwrichtende tijd, ,,nog miljoenen nobele Japanse vrouwen zijn die hun traditionele etiquette en haar grote offervaardigheid bewaard hebben”. En men moet dit ook afleiden uit de ontroerende herinnering die Maria Rosseels meedroeg aan de japanse mens, aan de beminnelijkheid en eenvoudige goedheid van zijn gedra- volgende bladzijde


1) De tempels zijn niet enkel ,,bezienswaardigheden” geworden evenmin als voor het Westen de kathedralen, al lijkt het er in beide gevallen vaak veel op; en de monniken zijn niet enkel ,,bedelmonniken” en nog minder als zodanig ,,parasieten” (op een bijgelovige massa), zoals wij vaak al te gretig veronderstellen.


126














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 22-08-2010