lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde plotseling geloven in een eeuwig beginsel in de mens. Het antwoord op het probleem van het leven moest, bij hem, en gezien de aard zijner ontkenningen, zijn grond vinden in de concrete werkelijkheid. En het was de werkelijkheid van de mens die, nadat Boeddha tot de verste randgebieden ervan was voortgedreven d.w.z. nadat hij al het overige van de mens als onwaarde had herkend, érkend en afgewezen, die de bevrijdende waarheid ten laatste prijsgaf: in de mens was het eeuwig beginsel, in de mens was, in een verborgen stilte en onttrokken aan het zichtbare, eeuwige waarheid d.i. álle waarheid, in de mens was datgene wat waarheid en goedheid uitwerkt, in hem was het verlossende levensbeginsel dat de duistere keten van oorzaak en gevolg ontwrichtte en de mens, de mensheid kon vrijmaken. En door het weten hiervan verstond hij als de heilige zin, de heilige opdracht van het leven, van de mens, zich met dit levensbeginsel in hem te verenigen: zichzelf zuiveren tot zichzelf: tot wat de mens in wezen is en in wezen altijd gebleven is. Verlost en verlicht worden kan slechts betekenen: deze zuivere kern, deze ,,Seelengrund” in zichzelf vrij maken, zich ontdoen van alles wat haar lichtschijn in ons verduistert en dit – want er is geen goddelijk ingrijpen en geen weten omtrent God – ,,door menselijke kracht, door menselijke volharding, door menselijk streven” (Samyoetta-nikaya). Dit laatste is geen trots. Het is het geweldige experiment waarop de mens is aangewezen en dat hij moet beproeven; het is de enige consequentie die het Boeddhistische denken toelaat. Het is de enige deemoed daarom: de enige trouw aan zichzelf, aan de mens en de mensheid in het mysterie van het goddelijke. Het is ook het antwoord op de vernietigende wroeging van het medelijden. Het medelijden, deze diepste bewogenheid van het boeddhisme, bestaat in de gedaante der zelfzuivering (Anangavajra), en in het kenbaar maken van die heilige stilte in de mens en van de weg daarheen.
Is deze zuivere kern in hem, deze ,,Seelengrund”, geheel vrij zichzelf geworden, dan is de mens waarlijk wedergeboren. Er is niets meer in hem dat de werking van dit licht verstoort of vertroebelt. Verlost zijn, wedergeboren zijn, is geheel uit dit zelf leven. Hij is geheel luisteren naar dit zelf, gehoorzaamheid aan dit zelf en, vrij volgende bladzijde


103














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-08-2010