lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde sinuerende: ,,een lucratief bedrijf” (115). Zijn oprechtste gevoelen m.b.t. de religies van Japan is eigenlijk de hoop, dat dat hele zaakje in de geestelijke crisis, die het na-oorlogse Japan doormaakt, als een bizar misverstand wordt opgeruimd en voorgoed verdwijnt, plaatsmaakt voor westerse opvattingen, en wat dat betreft gaat het al aardig, zij ’t nog wat oppervlakkig, in de goede richting (188-189). En zijn oprechtste overtuiging i.z. Japan schreef hij neer, toen hij, God beter ’t, dat land, ,,geestelijk gezien, WEL HET ARMSTE LAND TER WERELD” noemde.
Men wrijft, dit lezend, zijn ogen even uit. Men is echter nog meer stupéfait als hij die stelling verdédigt. Tot nog toe bewogen we ons min of meer aan de periferie van zijn japanse aversies, maar nu bereiken we de kern van zijn religieuze en missionaire verontwaardiging. De Japanner, zo luidt zijn met klem en bij herhaling verdedigde uitspraak, ,,heeft geen besef van moreel ’goed’ en ’kwaad’ ” (137)!! In het niet-christelijke Japan ,,bestaat practisch geen zondebesef”. ,,Noch shintoïsme, noch boeddhisme geeft hier enige leiding en nog minder de vele nieuwe godsdiensten. Men heeft hier haast geen enkel begrip van goed en kwaad.” Men zal moeten erkennen: een extremer en fundamenteler verwijt is nauwelijks denkbaar. Dat de Japanner geen christelijk besef van goed en kwaad heeft, dat men als christen erover verbaasd kan staan ,,hoe de Japanners zich soms vreselijk schamen over dingen die wij helemaal niet erg vinden, terwijl ze dingen, die wij als grote vergrijpen beschouwen, zonder enige schaamte voorbijgaan” (141), is geheel begrijpelijk: dezelfde verbazing kan zich t.o.v. willekeurig welke niet-christelijke religie of cultuur van u meester maken. Maar géén besef van goed en kwaad!? Zó in het geheel géén of een zo verdwaasd besef, dat men het kan ridiculiseren met de ironische notitie: ,,hun uiterst merkwaardig systeem van ethische waarden, dat dikwijls neerkomt op de doodzonde van een ceintuur die niet goed zit en de heel kleine onwelvoegelijkheid van een massamoord”...? Kom, kom. Op dezelfde wijze zou men ook het christelijke zondebesef kunnen ridiculiseren door b.v. te wijzen op ,,de massale bestorming van de biechtstoelen vlak voor de grote feesten, met de daaruit voort- volgende bladzijde


80














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 01-08-2010