lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde Rilke-gedicht beseft men echter eveneens, dat met Marsmans formule, hoe waar ook in zich, niet alles is gezegd. In diezelfde gedichten toch blijkt het woord, ondanks, neen in zijn fluisterende, vervloeiende onbestemdheid, een instrument dat in staat is ook een zeer concreet en verantwoord werkelijkheidsbewustzijn helder en doordringend tot uitdrukking te brengen. En waarom ook niét!? Want het kan wel zijn dat de zee de hemel grootser, bewogener, tastbaarder en zichtbaarder weerspiegelt, dezelfde hemel is, hoe onmerkbaar ook, niet minder concreet met al zijn wisselingen aanwezig in de kleine onopvallende ,,waterdreupel”, – dit glinsterende ,,bijna-niet” dat durend verdampende is en dat, hoewel aldoor vervluchtigend, tot de laatste seconde onverminderd een vaste orde-eenheid is die helder alles weerspiegelend is. De haiku is daarmee te vergelijken. Nog in hun vertalingen ervaart men, en niet zelden ongemeen doordringend, wat Ivan Goll i.v.m. de beeld-taal der sterk visuele japanse poëzie noemde: ,,une puissante vision des choses1), – hetzelfde dat men ook in de japanse beeldende kunst, en zeker niet minder in de verfijnde, verstilde japanse schilderkunst kan waarnemen. Geen wonder overigens. In beide toch, dichtkunst en beeldende kunst, spreekt zich dezelfde japanse ziel uit. Zelfs in de schilderkunst, met haar vaak zo ijle, vervloeiende accenten, bespeurt men niets van die ,,japanse” neiging de zaken zo wazig mogelijk te formuleren, integendeel, de vormgeving is uiterst exact, helder, geserreerd, en tegelijk uiterst sensibel. Evenmin is er sprake van zwevende, ongrijpbare gevoelens en stemmingen. De voorstellingen – schijnbaar zo eenvoudig, niets-zeggend bijna: een rietstengel waarop een vogel; enkele vissen en een tak, maar hoe spiritueel en verstild in hun subtiele perfectie – ervaart men telkens weer als feilloze ,,formuleringen” van een zeer reëel, diep verantwoord volgende bladzijde


1) Vertalingen kan men vinden, behalve enkele bij Van Straelen, o.a. in Roger Bersihands ,La Littérature japonaise’, Paris, 1956 en in vrijwel alle geschriften over het Zenboeddhisme. Het standaardwerk is echter: ,Haiku’, in four volumes, by R H. Blyth, Hokuseido (men leze i.v.m. het ,,lege en zwevende” dat van Straelen zo kenmerkend acht, het commentaar dat in deze vier delen op elke haiku volgt). – Een zeer instructieve bloemlezing van vertaalde japanse poëzie is de onlangs verschenen bundel ,Der schwermütige Ladekran’, St. Gallen (Schweiz), 1960; de omschrijving ,,Japanische Lyrik unserer Tage” geeft misschien aanleiding tot misverstand: de gekozen gedichten zijn vrijwel alle van dichters die rond 1900 werden geboren. – Enkele vertaalde japanse gedichten vindt men eveneens in ,Les cinq continents’, van Ivan Goll, Paris, 1922.


67














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 29-07-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 12-10-2014