lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde bereide mens heen. Zij zijn een kortstondig, zwak en ver weerlichten, waarna de mens – even opgenomen in een lichtschijn; of in een schijnlicht? – weer alleen is met zichzelf. Het pogen om op die wijze de menselijke wil te bewegen is, waar het geen zelfverheffing is, een product van abstract denken en een misverstaan teleologisch denken. Een kiem die bestemd is bloem te worden, kan elk ogenblik naar niets anders en naar niets méér streven dan... het volgend moment van haar ontwikkeling te zijn. Daarnaar streeft zij elk moment met alles war zij op elk moment is. Zij wórdt bloem, maar geen ogenblik is dat haar streefdoel. Ook de menselijke wil wordt slechts geactiveerd door wat vlakbij de mens of in hem is. Alleen het ervaren, dat wat de mens reeds is leven is (hoe onvoltooid en onvolkomen en een ,,onderweg” nog tóch reeds leven) beweegt de mens op de ingeslagen weg voort te gaan en – belangrijker – op de ingeslagen weg stand te houden – want die weg doet zich voor, telkens opnieuw, als een gevaarlijk bedreigde weg, die alles van ons vergt. Men kan op die weg niet voortgaan en volharden zonder dat dat wat men reeds is diepste aansporing is d.i., ondanks alles, reeds als ons leven wordt ervaren. Alle leven is een groeien van binnen uit, niet een wilsbeweging naar een onkenbaar einddoel maar een ,,groeien uit wat men is” en overeenkomstig wat men is. Zo is ook het groeien in Christus een groeien vanuit de levenskiem die door Christus’ woord in de mens ontstond, en die door Christus’ woord gevoed wil blijven om meer te worden dan zij is. ,,Weest wat ge zijt, en ontvangt wat gij zijt”. Het heeft zin deze woorden van Augustinus, gezegd i.v.m. de eucharistie 1), ook hier te overwegen.

Men moet niet menen, dat de mens bewogen wordt door een ver boven de mens uitreikend doel als hij verlangt naar de hemel of naar God, want onze voorstelling omtrent hemel en God (en deze voorstelling is het enige dat in concreto de wil van de mens beweegt) behoort met huid en haar tot ons actueel moment, zij is volgende bladzijde


1) Geciteerd door F. van der Meer: ,Augustinus de zielzorger’, p. 408, 2e druk, 1949, Utrecht.


61














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-02-2010