lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde tot de goedheid van het éigen leven, de eigen orde van het ménselijk leven, – die zich kenbaar heeft gemaakt als een orde van liefde: datgene waaraan Christus ons kwam herinneren als (daarom) het eerste gebod, als het begin van alle goddelijk leven, en: als de weg naar alle waarheid d.i. licht en vrede. De vrede der waarheid is niet, dat het mysterie heeft opgehouden te bestaan. Zij is een vrede binnen het mysterie, een verzoend zijn met het mysterie, omdat het ervaren wordt als een heilig mysterie: onaanraakbaar in zichzelf besloten als God, en als God onkenbare goedheid, – die we zien als in een spiegel: in de spiegel van het menselijk leven als een orde van liefde.

11

Christus is, hoewel vervuld van de H. Geest, het nederigste woord der waarheid geweest, – neen, het worde anders geformuleerd: juist omdat Hij vervuld was van de H. Geest, is Hij het nederigste woord der waarheid, en het nederigste werken, geweest. Vervuld van alle waarheid die de Geest geeft – en die niet Christus geeft en openbaart, – was Hij enkel dat nederige en eerste woord dat aan de komst van de Geest in de mens voorafgaat. Hij is een woord geweest over het goede handelen, dat eerste handelen dat van alles de grondslag is en de komst van de Geest voorbereidt, mogelijk maakt, en dat daarom ,,het grootste gebod” is. Over dit weinige was Hij aangesteld, en over dit weinige is Hij getrouw geweest. Over de waarheid die de Geest geeft, heeft deze Dienaar en Leraar niet gesproken. Hij is enkel zijn nederige boodschap geweest. Maar heeft Hij over de Waarheid, die de Geest geeft, gezwegen, elk woord dat Hij sprak werd vanuit dit vervuld-zijn gesproken; het was er de diepte, de stilte, de wijsheid en ernst, de ontroering en blijdschap van. Hoezeer gezegd binnen de kleine wereld van het kenbare en een woord vlakbij de mens, het werd in de H. Geest ,,opnieuw geboren” en bezat door de H. Geest zijn verborgen goddelijke dimensies. Ook daarom kon van Hem geschreven worden: ,,en allen betuigden Hem bijval en verwonderden zich over de liefelijke woorden die zijn mond ontvloeiden” volgende bladzijde


59














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-02-2010