lijst van werken
vorige bladzijde



volgende bladzijde nederig gebod der liefde ernst maakt, alle inspanning, alle ,,zwoegen in de wijngaard des Heren” overwaard.
Hoevele onmisbare inspanningen, hoevele onmisbare krachten, hoeveel goede wil ook werden en worden echter telkens weer, generatie na generatie, aan het werken voor dit eerst nodige en zo betekenisvolle onttrokken, vervuld als men is, gebiologeerd als men wordt, dan door dit, dan door dat glorieus ideaal, dat alleen Christus en het christendom waardig schijnt. Er is wat dat betreft niet zo heel veel verschil tussen de geestdrift van destijds, hele volken en masse voor de Kerk van Christus terug te winnen en het geestdriftige vertrouwen van thans, dat men op weg is naar de eenheid van alle christenen, – en hoevele verdwenen en vergeten idealen liggen daar tussen: idealen die (een meeslepende zingeving creërend voor de voorhanden apostolische geloofsijver) in generatie na generatie een rumoerige en onstuimige vlaag geestdrift lossloegen maar die na luttele jaren reeds hun smaak weer verloren hadden. Zij schenen met hun geestdriften, hun optimisme en toekomstvertrouwen het leven der Kerk te demonstreren, doch men kon slechts vaststellen, niet alleen dat de buitenwereld er nauwelijks of niet op antwoordde, maar ook, noodlottiger, dat diezelfde Kerk, generatie na generatie, onrustbarender afbrokkelde, in al groter menigten ontmoedigd raakte, religieus verwilderde en in steeds massaler omvang, een ,,geluidloze afval” demonstreerde. En niet zonder reden werd en wordt de smartelijk bezorgde vraag gesteld, of er weldra nog überhaupt naar de Kerk en de christenheid zal worden omgezien of geluisterd 1). Ten overstaan van deze vraag heeft het evenwel geen zin te herinneren aan Jezus’ woord: ,,Zal de Mensenzoon bij zijn komst wel geloof op aarde vinden?” Wij moeten ons afvragen of Hij in onszelf, in zijn volgelingen hier en nu, geloof vindt d.i. de wil trouw te zijn aan wat zijn grote gebod, zijn vraag aan ons, zijn wil m.b.t. ons ijveren in de wereld is geweest Dan mogen we ons ook het woord herinneren, dat onmiddellijk aan die verontruste vraag van het evangelie volgende bladzijde


1) Vgl. Prof. Dr. W. H. van de Pol: ,Het getuigenis der Reformatie’, p. 265; Roermond, 1960.


47














volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 09-06-2002 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-02-2010