
|
N I H I L I S M E E N Z E D E L IJ K H E I D1
DEZE eerste roman van Pierre Dubois – de aantekeningen welke de Florentijnse monnik Lorenzo Vitelli in zijn cel vóór hij op de brandstapel de dood vindt, op schrift stelt en waarmee hij zich rekenschap geeft van zijn vroegere zekerheden d. i. afrekent met het leven dat hij geleid heeft (en waarvoor hij gedood wordt) en tevens beproeft zijn nieuwe waarheden te formuleren en te verantwoorden, – deze eerste roman is niet enkel goed, zuiver, beheerst en sterk geschreven, maar ook, en niet het minst waar een poëtisch verbeeldingsleven de schrijver leidde, verrassend geconcentreerd gecomponeerd. Het geheel bezit een beklemmende, dramatische atmosfeer, die, geleidelijk toenemend, een aangrijpende climax bereikt met het schokkend tafereel van de dood op de brandstapel. Elk pathos is dit geschrift vreemd, en zij die feller, verwoeder klachten of aanklachten eisen, « drift en vaart en hete adem », verstaan niet dat deze monnik niets anders restte dan een begrijpende gelatenheid waarin voor geen beschuldiging of eruptie van haat of wraakzucht plaats was. Te diep
|
1 N. a. v. Pierre H. Dubois Een Vinger op de Lippen; G. A. van Oorschot, Amsterdam, 1952.
|
[86]
|

|