lijst van werken
vorige bladzijde



D E   M I D D E N - S T A N D


Voor en Tegen

I

WANNEER de scheppende mens zijn standplaats verlaat en retireert, wordt hij, zij ’t op een andere manier, vaak een even onverdragelijk, misvormd en miserabel wezen als de niet-scheppende mens die naar voren dringt en zich een positie aanmatigt welke hem niet toekomt. De mens schijnt slechts aanvaardbaar en wordt eerst schoon op zijn plaats: werkzaam overeenkomstig zijn bestemming en vermogens. Dan echter is er ook geen reden op de middenstandsmens neer te zien,1 en wel allerminst omdat hij ook in het geestelijke slechts middenstand is. Dat is niet alleen zijn recht, maar ook zijn plicht. En met zijn bestemming vervult hij tevens een reële functie.
    Want gesteld : de midden-stand was er-niet – en hij zou er stellig niet zijn als er geen mensen waren met een beperkt gezichtsveld, met een in ’t materiële en geestelijke vaak tergende behoefte aan geborgenheid, lieden met geen spoor van moed of aandacht voor die zaken welke de volgende bladzijde

    1 De termen « midden-stand » en « burger » zijn hier niet gebezigd in hun maatschappelijke betekenis.



[24]










volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 11-03-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 19-10-2014