lijst van werken
vorige bladzijde



Clausz) Degene, die het goede voorheeft met zijn volk, appeleert voor alles aan de goede hartstochten — ook al maakt hij wel gebruik van de slechte.

146

   Deze overwegingen (ik weet het) vormen te ongewisse en gewaagde imponderabilia bij de verovering van de massa. Te ongewisse imponderabilia reeds voor hen die onmiddellijk áchter de scheppende persoonlijkheid komen. Voor hen is de massa een ,,probleem’’, zij zijn voor de massa beducht, zij eerbiedigen de massa ALS MASSA. Voor de gelijken van die scheppende persoonlijkheid is de massa nooit probleem; zij staan er vrij en vrijmoedig, zeker, vermetel en roekeloos tegenover. Zij handelen, — waar de niet-scheppenden, de beduchten en onvrijen blijven harrewarren in duizenderlei beduchtheden: vreezen naar rechts en vreezen naar links, onzekerheden naar rechts en onzekerheden naar links, discussies naar rechts en discussies naar links.

147

   Groote volken, merkte Hans Carossa eens op, kunnen in enkele decennia van den aardbodem (en uit de historie) verdwijnen: hun rol hebben uitgespeeld. Dit overwegend, en denkende aan Duitschland, sidderde hij. — Hoe weinig hebben kleine volken dan noodig om definitief te verdwijnen!? — Spelen wij toch niet te lang met het lot van ons volk! Misleiden wij onszelf niet! Bezinnen wij ons! Stellen wij, eindelijk, CREATIEVE daden!


69
volgende bladzijde





















volgende bladzijde



aangemaakt: 10-06-2002 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 15-10-2009