|
en de moed der besten van een volk voor haar op de bres staan. En Mazzini zeide eens: ,,Het geheim van de macht ligt in den wil.’’ Het macht worden der waarheid is slechts afhankelijk van den wil van hen die haar vertegenwoordigen.
119
Gelooven in de massa is gelooven in dat eenige waarin men nu juist niet, en nooit, moet gelooven, óók niet als zij achter u staat. Men moet niet in de massa gelooven, omdat zij noch in zichzelf, noch in haar ,,strijd’’, noch in een waarheid gelooft; ja, als het er op aankomt, gelooft zij nog niet eens in de désastreuse werkelijkheid waarvan zijzelf tastbaar en dagelijks de dupe is. De massa gelooft enkel in feiten d.w.z. in feiten die haar aangenaam zijn, die het haar mogelijk maken elken bitteren ernst (ook haar éigen bitteren ernst) te vergeten. Zij vergeet (verraadt) datgene waarvoor zij strijdt, en zij vergeet datgene waartegen zij strijdt, zoodra een klein feit schijnt te bevestigen, dat het leven toch nog niet zóó beroerd is. Zij vergeet niet slechts, zij wil niets anders dan vergetelheid zijn: omdat zij geestelijk noch moreel tegen n’importe welken bitteren ernst, hetzij van een noodwendig gevecht, hetzij van een catastrofaal-ontwricht tijdsgewricht, gewapend is. Zij is de onmondige, de ééuwig onmondige, de eeuwig weerlooze en daarom de eeuwig optimistische, en daarom de eeuwig... onbruikbare.
De massa gelooft pas in een revolutionaire politieke waarheid, zij is zulk een waarheid pas ,,trouw’’, als deze zich glorieus heeft gemanifesteerd en bevestigd in glorieuse féiten, d.w.z.: als de revolutie reeds grootendeels
59
|
|