|
CLAUDIUS CIVILIS
Het is voorbij. Dit eerloos hand-gemeen,
dit trouw-betoon om strijd waarbij niet ้en
het blanke staal van t zwaar en weerbaar zwaard
met zuivre hand beroert. Niet ้้n verklaart
zich tot zijn hogen trots, een vrouw alleen.
Haar witte hand weerloos en niet vervaard
legt zich bedeesd op t staal in t vaal dooreen
der handen en der eden Somber staart
t een-ogig wangedrocht met dat gelaat
verwoest door strijd en dromen en verraad
langs het tumult der bende om hem heen.
Zij zoeken anders niet dan grauwe eigenbaat.
Trouw? Trouw? Het is voorbij. Niet ้en. Alleen
een vrouw, weerloos, wier zuivre schroom niet baat.
(bij Rembrandt).
|
22
|
|