lijst van werken
vorige bladzijde



vorige bladzijde niet-christelijke wereld een natuurlijk beginsel scheppend en normatief moet zijn voor het sociaal handelen, is er ook deze, dat het leidend en organiseerend beginsel van een natuurlijke gemeenschap een essentieel-natuurlijk beginsel is. Een gemeenschap echter die christelijk is, houdt ipso facto op een zuiver-natuurlijke gemeenschap te zijn; zoo ook een christelijke staat. Maar een waarachtig-christelijke gemeenschap (en derhalve ook een christelijke staat) behoort vooral tot het rijk der illusies.
En vervolgens beklemtoont Maritain veel te weinig (eigenlijk in het geheel niet), dat het christendom niet allereerst een sociale taak heeft, maar een essentieel-godsdienstige. De sociale taak van het christendom is a.h.w. een ,,extra-taak” en van een christelijk-sociale orde kan slechts sprake zijn als de gemeenschap christelijk is; een christelijk-sociale orde behoort a.h.w. tot datgene wat (in zekeren zin) wordt ,,toegeworpen”, n.l. als de gemeenschap het bevel volbrengt:
,,Zoek eerst het Rijk Gods.”
Christus zeide (en hoe terloops): ,,geef den keizer wat des keizers is”; Hij gaf hiermede te verstaan, dat zijn bestemming in deze wereld geen andere was dan te verkondigen wat men Gód moest geven. Zijn taak, en daarmede die van de Kerk, betrof de verhouding van den mensch tot God. Het doel van Christus, en daarmede van de Kerk, is het leven volgens de deugd, maar met het oog op de boven-natuurlijke bestemming van den mensch. Het doel van de natuurlijke gemeenschap, en daarmede van den staat, is eveneens het leven volgens de deugd, maar slechts met het oog op het tijdelijk en natuurlijk-zedelijk welzijn van de gemeenschap. Het deugdleven dat staat en Kerk nastreven volgende bladzijde

152



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 23-04-2011 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 27-01-2013