
|
slechts een uiterlijk activeeren en deszelfs ,,decoratieve” massa-demonstraties bereiken wilde, als zij zich beperkte tot die vooze ,,hérésie (en hysterie) des oeuvres” welke niets essentieels verdedigt en slechts continueert wat reeds bestond: een decoratief en ontkerstend christendom. Maritain wil dit niét. Maritain wil het tegendeel. Maar dit tegendeel willend, moet men ook erkennen, dat een zuiver-gerichte godsdienstige activiteit binnen een verworden christenheid zeer hevige conflicten zou ontketenen zoodra zij daadwerkelijk en naar buiten met haar hervormingsarbeid ernst zou gaan maken. Het kon dan wel eens zijn dat haar lot precies hetzelfde zou blijken als het lot van Christus in de joodsche samenleving. Het kon dan wel eens zijn dat deze activiteit even ondergronds en vervolgd zou moeten geschieden als die der eerste christenen in de hen vijandige heidensche wereld. En óók kon het wel eens zijn, dat een (eindelijk) her-kerstende christenheid haar getal tot een minimum zou zien gereduceerd en inplaats van een aanzienlijke macht een onaanzienlijke minderheid zou gaan vertegenwoordigen én, eenmaal het doel verwerkelijkt hebbend, namelijk een her-kerstend christendom, het tegendeel zou inluiden van een ,,historische omkeer van ontzaglijke afmetingen”. Toch zijn dit zeer normale mogelijkheden, en de schrijver, die nog niet zoo lang geleden schreef: ,,L’héroisme chrétien procède du coeur d’un Dieu flagellé et tourné en dérision, crucifté hors des portes de la ville”1), had daar zeker op moeten wijzen toen hij, een bepaalde politieke beweging verwerpend, het ideaal creëerde van een toekomstige chrístelijk sociale orde.
1) ,,Du Régime Temporel et de la Liberté”, bldz. 170.
|
141
|
|