lijst van werken
vorige bladzijde



vorige bladzijde nacht, een zekerheid die ons het goddelijk geheim doet aanvaarden en tegeli1k het geheim dezer aarde welker zin wij niet verstaan omdat wij Gods bedoelingen niet kennen. Wij kennen Gods wil voor ons individueel leven (d.w.z. wij kennen zijn geboden) en deze wil is ons eenige „ja”, maar van de geschiedenis der wereld, noch van de geschie­denis van ons eigen bestaan verstaan wij iets. Wij kennen wel een doel, geen bedoeling, Met den Paulus van Teixeira de Pascoaes staan wij voortdurend temidden van het mysterie dat het leven is. Niet omdat hij de werkelijkheden dezer aarde vervaagt of niet ziet, maar juist omdat hij die werkelijkheden, oneindig scherp, ziet. Hij verheldert ze dermate dat wij ze nog enkel als mysterie kunnen ervaren. Hij veracht het kennend verstand niet (hoe bracht hij St. Thomas en Augustinus niet de hoogste lof!), maar hij beseft, als St. Thomas, het ontoereikend vermogen dat het verstand is. Hij leeft die naamlooze verwondering, ook over de helder-gekende dingen dezer aarde, welke het begin is, en het stigma blijft, der wijsheid. Wijsheid is verwondering, en verwondering is verbijstering. Niet slechts het ver­raadselde, maar ook, juist ha ont-raadselde verbijstert. Pascoaes leeft een stilte die het denkend verstand niet kan verbreken en die het kenbare (en ook den bitteren ernst van dit leven) als een eeuwig mysterie omgeeft. Het myste­rie niet leven is de oppervlakte der dingen leven, is niét leven. Vandaar Pascoaes’ verachting voor dezen tijd van staal en beton waarin alles zijn duidelijke plaats en afgeronden, concreten, ontwijfelbaren zin heeft; vandaar ook zijn ver­achting voor wat heden „religie” heet. volgende bladzijde

*     *
*

79



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 03-02-2007 Copyright © 2013 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 25-01-2013