
|
hartstocht: de hartstocht, slechts gestalte te willen geven aan het probleem. (Maar het schijnt, ja, het schijnt de doem dezer gevaarlijke hartstochtelijken een leven lang slechts Erasmi (Erasmii, o Desiderius Erasmius Roterodamus!) te mogen ontmoeten, lieden, die op het spitsuur der cultureele creaviteit uit hun zoet zelfvertroetelen opgeschrikt, plotseling geen andere bedrijvigheid meer schijnen te kunnen produceeren dan het rechts en links aangeboden excuus, dat zij, helaas! nog niet (nog niet) in de gelegenheid waren van het aan de orde gestelde probleem kennis te nemen. Met dit gemompel althans begeleidde „Erasmius”, deze anders, deze in de minder gevaarlijke zônes zoo actieve, scherpe en scherpzinnige polemist, het verschijnen van Luther, den reformator, in wien een essentieel probleem om zijn gestalte vocht; en „Erasmius” begeleidde het daarmee tot hij, genoopt en geprest zich eindelijk uit te spreken, zich met een onbeteekenend geschriftje van Luthers problematiek.... ging afmaken. Nietzsche ondervond au fond niet veel anders. Het eenige „antwoord”, op zijn „helft mit mir” ontvangen, was dat waarvan hij ons, aan het einde van zijn leven, in zijn „Ecce Homo” deelgenoot maakte:
„Ich sage es jedem meiner Freunde in's Gesicht, dasz er es nie der Mühe für werth genug hielt, irgend eine meiner Schriften zu studieren.”)
2
Thans, na deze preliminariën, de andere zijde.
Ter Braak poneert en verdedigt een levensstijl, en een zeer zuivere. Hij doet dit sterk, agressief, gevaarlijk, zonder
59
|
|