lijst van werken
vorige bladzijde



enkele bladzijden verder opmerkt: „Deze (middeleeuwsche) disputeerzucht en hartstocht voor de polemiek is slechts hieruit te verklaren, dat toen de geest intellectueeler, cere­braler moet zijn geweest.” De geest moge toen cerebraler (intellectueel getrainder) zijn geweest, de oorzaak van deze disputeerzucht was, althans bij de leidende persoonlijkheden van die dagen, allereerst een liefde voor de waarheid en vervolgens een gevolg van de (eveneens voor ieder denkend mensch te grabbel liggende) zekerheid, dat de waarheid slechts denkend, disputeerend polemiseerend kan veroverd, en slechts denkend, disputeerend, polemi­seerend kan behouden worden.
„Tout homme qui pense, pense contre” (Paul Valéry), d.w.z. hij polemiseert. Hij denkt altijd tégen iets, juist en vooral als hij vóór iets denkt. De waarheid is steeds het bezit van een denkende minderheid, een minderheid niet ten opzichte van het vulgus de niet-denkende meerderheid (deze blijft vanzelfsprekend buiten beschouwing), maar ten opzichte van het kleine gezelschap der denkenden. De on­waarheid is steeds het bezit eener meerderheid, en heele­maal in dit tijdperk van democratie dat Maritain eens karak­teriseerde als „une époque ennemie de l’Art et de la Pen­sée.” En zelfs de waarheid bezit de mensch niet zonder de voortdurende kans haar hier of daar (of geheel) te ver­leugenen. Wij behoeven niet slechts de waakzaamheid van onszelf ten opzichte van onszelf en ten opzichte der anderen, maar ook de waakzaamheid der anderen ten opzichte van ons. Zelfs nog in tijden van cultureele bloei, wanneer, zoo men zegt, een scheppende waarheid een samenleving „be­heerscht”, geldt het woord van Paul Valéry nog als een

42



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 03-02-2007 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-07-2009