lijst van werken
vorige bladzijde



overde massa behoort dan wel aan de Kerk, maar niet aan het Rijk Gods. En zoo kan het gebeuren (en gebeurt het inderdaad) „que nos succès nous jugent plus sévèrement que nos échecs.” (Denis de Rougemont).

In den stnjd om een machtspositie zijn begeesterde massa's noodig, en het valt niet te loochenen, dat Adalbert Bangha juist naar een begeesterde massa begeerige, zeer begeerige blikken werpt. Wie zou dit, in zekeren zin, ook niet; wie zou niet willen, dat allen, die heden tot de Kerk behooren, oprecht bezield werden voor de glorie van het Rijk Gods in de ziel. Als Adalbert Bangha echter begeestert, begeestert hij zeker niet daarvoor. – Wat doet hij dan? Hij spreekt wel (pathetisch en oppervlakkig) van de zware eischen die Christus aan de zijnen heeft gesteld, hij verklaart wel dat de Kerk in het verléden vaak grovelijk heeft gefaald en ontrouw is geweest, maar nergens onderneemt hij het om, zelfs aan de hand dié eischen, onze groote schuld in het heden vast te stellen, de bizarre werkelijkheid welke wij heden, ook ten overstaan van die eischen, vertegenwoor­digen; nergens onderneemt hij het om ook uit ónze, hui­dige, werkelijkheid den haat te verklaren die ons ten deel valt, en nergens onderneemt hij het om – scherp, concreet, positief en als eerste eisch voor dit heden – een terugkeer van ons naar het Rijk Gods te bepleiten.
Hij doet juist (en met welk een sinistere zelfverblinding) alsof op dit punt alles „in orde” is.1) Zoodra de schuld­vraag van het heden aan de orde komt („Welch schweres Masz von Verantwortung trifft da manche Christen der


1) „Welt und Ueberwelt” bldz. 167.

36



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 03-02-2007 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-07-2009