lijst van werken
vorige bladzijde



een Hiërarchie die destructieve en funeste en een collectivi­teit die géén beginselen meer volgt; omdat om dit „meer” (dit weinige, zoo ge wilt) de strijd die deze zuivere beginselen tot leidend en organiseerend beginsel zou maken en die de gemeenschap voor deze beginselen zou veroveren, zijn plicht is. Hij gelooft niet, dat het realiseeren van een dergelijke Hiërarchie, dat de begeestering van een gemeenschap voor die Hiërarchie en haar beginsel, de collectiviteit van wezen en gedaante zal veranderen – de collectiviteit volgt een idee, maar de idee die zij leeft is altijd een vaal aftreksel van de idee die zij volgt – hij gelooft alleen, dat dit alles „méér heilzaam” voor een gemeenschap is. Wordt hij, op een bepaald moment, dus gedwongen – door de diepe, principieele tegenstelling tusschen de beginselen eener leidende Hiërarchie en datgene wat hij de zuivere beginselen acht – „revolutionnair” te zijn, hij is revolutionnair zonder ideologische wanen en illusoire toekomstdroomen. Hij gelooft alleen aan iets dat „beter”, een weinig beter zal zijn; en hij gelooft daarnaast, dat dit weinige slechts bereikbaar wordt door de inzet eener hoogste, zuiverst en moedigst gerichte strijdbaarheid, door de strijdbaarheid der besten.
Inderdaad, het resultaat is niet zoo heel veel. Wij „function­neeren” niet zoo heel best. Het hoogste en moeilijkst bereiken, de heerschappij eener leidende Hiërarchie die strijdbaar en moedig haar beginselen doorzet, verwerkelijkt in de collectiviteit geen noemenswaardige verandering; het ver­werkelijkt echter vóór die collectiviteit die rust en vrede waarin zij, met wat meer moed en vertrouwen en wat meer blijmoedigheid, zal kunnen leven en werken en de kleine vreugden dezer aarde genieten.

13



















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 03-02-2007 Copyright © 2009 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-07-2009