lijst van werken
vorige bladzijde



DE VLAG


Ik wist niet, dat een vlag
zóó jubelen kon en bekoren, —
niet voor ik haar, tegen den kroon,
hoog aan den Westertoren
in ’t luchtruim wappren zag.

Ik wist niet in welk grauw treuren
de dagen hier zinloos versmoren, —
niet voor ik, dien stralenden dag,
aan de spits van den Westertoren
’t glorieus-onstuimig ontplooien
zag van de Hollandsche Vlag.

O Vlag, welks drift en welks kleuren
ik voor het eerst wist veracht
toen ik, trotsch aan dien trotschen toren,
de driestrook dier fiere coloren
eenzaam wappren zag.

O Volk, dat uw zonen verscheuren,
groot Volk beroofd van uw kracht,
vervreemd van uw edel verleden,
welk is, met zoo eerloos heden,
het somber lot dat wacht...

Ik wist niet, dat een vlag
zóó jubelen kon en bekoren, —
dat zóó de zin verloren
ging van de Hollandsche Vlag.
                                                   (1936)


26





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 07-01-2007 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 08-03-2010