lijst van werken
vorige bladzijde



GOD EN MENSCH


                                   Vijf strophen uit Angelus Silesius’
                                   Der Cherubinische Wandersmann


God raakt geen hier en nu, Hij is een louter niets;
hoe meer gij naar Hem tast, hoe meer gij Hem verliest.

                                             *

Wie God om gunsten bidt, vindt nooit het goede weer:
niet voor den Schepper, voor het schepsel knielt hij neer.

                                             *

O mensch, gij wordt bemind, álles wil tot u komen
en dringt en stuwt om u om door u God te loven.

                                             *

Ach broeder, word, o wórd; waarom toch blijft gij schijn?
Wij moeten wezenlijk 't Nieuwe geworden zijn.

                                             *

'k Moet zon zijn, zelve zon, en met mijn stralenpracht
der Godheid donkre zee doen flonkren in haar nacht.





12





















volgende bladzijde
inhoudsopgave



aangemaakt: 07-01-2007 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 17-06-2010