terug naar werken Henri Bruning
vorige bladzijde



Henri Bruning

niettemin geheel aannemelijk. Doch gesteld nu eens, dat Charles zijn houding niét op die wijze had kunnen verantwoorden, zou ze dan een andere zijn geweest? Ook dat weet ik niet; maar zeker zou ’t geenszins ongerijmd zijn geweest als zijn andere, zoveel fundamenteler overtuiging, dat deze oorlog tegen het fascisme in wezen een strijd was tegen een infernale vervalsing van alle menselijke waarden, hem precies zoals nu had doen handelen. Hij kon het dan volkomen logisch hebben genoemd (en terecht, dunkt me), dat een Landoorlogreglement geen bepalingen behelst voor ’t geval de bezetter een dergelijke satanische macht is. Los en vrij van alle juridisch pro of contra kon hij gezegd hebben: hier beslist alleen mijn persoonlijk geweten; mijn geweten is een hoger en - ten overstaan van zulk een vijand - mijn énige oorlogreglement. Juist omdat die fundamentele overtuiging ten aanzien van het fascisme de zijne is, kan hij ook nú nog, nu de oorlog voorbij is, zeggen, dat voor hem de oorlog tegen dié vijand onverminderd voortduurt. - Er is, zo wilde ik allereerst naar voren brengen, voor het handelen een beslissender beginsel dan het recht, dat wij aan een wetboek ontlenen.
    En ik geloof dat ook de Londense regering, toen zij zoveel minder openhartig en voortvarend klaarheid schiep dan Charles van haar vorderde, dit met haar houding bevestigde. - Uiteraard, reeds bij voorbaat, neem ik aan dat de verhoudingen te Londen ook wel te wensen overlieten en dat daar óok troebeler machten ageerden: een oorlog heeft overal een ontbindende uitwerking; overal schept hij onoverzichtelijke situaties, ontketent hij een ondergronds dooreen van tegenstrijdige strevingen; overal en voortdurend heerst er een situatie die niemand geheel in de hand heeft, laat staan beheerst. Maar dat de houding van halfslachtigheid, welke Charles haar ten aanzien van zijn stellingname verwijt, alleen op die omstandigheden zou zijn terug te voeren, lijkt me - eveneens hij voorbaat - uitgesloten. Charles mag dan met de hierboven vermelde stellingen principieel gelijk hebben, het is onmiskenbaar een uiterst gevaarlijk gelijk. Een volk toch dat als volk consequenties verbindt aan het feit dat het in oorlog is gebleven, wordt noodzakelijk ook als oorlogvoerend behandeld. Terreur en guerilla worden beantwoord


424





















volgende bladzijde

aangemaakt: 17-08-2008 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 05-03-2010