Rembrandt, de realist

Het essay van Gerard Bruning, de oudere broer van Henri Bruning, is in 1927 als zelfstandig boekwerk () in een bijzondere vormgeving in een beperkte oplage van slechts 150 stuks uitgegeven. In Nagelaten Werk is dit essay prominent als eerste opgenomen.

De berichtgeving over de tentoonstelling Late Rembrandt bracht mij op het idee om met dit essay aandacht te vragen voor de zienswijze van Gerard Bruning op Rembrandt.
Op de tentoonstelling wordt aan de hand van tien thema’s de late Rembrandt toegelicht. Een van de thema’s, ”Naer ’t leven”, laat zien hoe realistisch Rembrandt schilderde en bleef schilderen ook toen ‘de mode bij schilders en opdrachtgevers veranderde’ en lijkt daarmee aan te sluiten bij de titel van dit essay. Maar dat is slechts schijn.

Het ging bij Gerard Bruning niet zo zeer om de manier waarop Rembrandt schilderde en de technieken, de “Conventies”, die hij al dan niet hanteerde, maar op de eerste plaats over de emoties die Rembrandt uitbeeldde, en wat deze voorstellingen hem te vertellen hadden over de realiteit waarin Rembrandt leefde, de realiteit van Rembrandt's persoonlijke innerlijke leven. Om dit toe te lichten het slot van zijn essay:

Rembrandt’s roem was het misverstand van de zeer pragmatisch georiënteerde Republiek der Zeven Provinciën, — o, altijd is de gemeenschap zeer pragmatisch georiënteerd! — en zij heeft het misverstand van dezen kontemporainen roem ten snelste hersteld. Een eenzame stem is hij geworden, toen het hoonend rumoer van den roem aan hem voorbijgetrokken was. Stem, die openbaarde, dat niet het kommercieele Amsterdam, waarheen de zeer energieke heeren der Oost-Indische Compagnie den rijkdom van Insulinde sleepten, niet de afgemeten nadrukkelijkheid der hoofdstedelijke patriciërs, niet de faam der society — o, Martin Day en de anderen, die jezelf roekeloos liet portretteeren! — werkelijkheid waren, maar de visioenen van God en Duivel, waarmee deze mensch verkeerde. Plotseling ontkent in het Holland der realia een machtige stem de waarden der ieder gemeenzame dingen, — over het finale lot dier stem kon géén misverstand bestaan!
Men zegt, dat zij toebehoorde aan een — als vele anderen! — beroemden schilder.volgende bladzijde

Eindhoven, 10 maart 2015
Theo Bruning























volgende bladzijde




aangemaakt: 02-02-2015 Copyright © 2015 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 16-02-2015