|
D E L E E R L I N G
er lag nu, ter plaatse waar Hij gekrui-
sigd was, een tuin, en in de tuin een graf.
Joannes 9, 41
1
de steen is voorgewenteld.
’t graf is koud en zwart.
het lichaam ligt ontweken en gevreesd.
het balsmen was reeds een vaarwel
van droeven en bedrogenen,
een laatste loochenen -
zie, Hij verried ons ’t meest
18
|
|
|