lijst van werken
vorige bladzijde


7

    Want het probleem van het menselijk geluk is niet, of de voorwaarden buiten de mens vervuld zijn die nodig zijn voor zijn geluk; de vraag is: zijn in hemzelf de mogelijkheden voorhanden om de dingen dezer wereld die een mogelijkheid tot geluk inhouden, ook daadwerkelijk in geluk om te zetten.
    Ik meen dat dit vermogen uiterst zwak is. Ik meen dat dit onvermogen tot het meest tragische der menselijke existentie behoort. Het bestaat ten eerste hierin, dat hij maar in zeer geringe mate bij machte is het goede uit de dingen die goed zijn te voorschijn te brengen; en ten tweede in zijn uiterst zwak vermogen (zijn bijna-onvermogen) om datgene wat hij als vreugde of geluk te voorschijn haalde als vreugde of geluk vast te houden.
    Elke verworvenheid is als bron van vreugde snel, zeer snel verbruikt en uitgeput. En dit niet, niet altijd, ja zelfs allerminst omdat de mens onrustig is tot hij rust vindt in God, doch omdat hij het vermogen mist, de dingen die een bron van vreugde en bevrediging kłnnen zijn en, verworven, ook een ogenblik zijn vreugde zijn, als bron van vreugde te bestendigen. Het is door dit onvermogen, door dit menselijk tekort, dat de mens eeuwig onbevredigd voortgejaagd wordt op de weg van het bezit en hij durend moet beproeven steeds meer of steeds andere begerenswaardigheden te verwerven, – om telkens weer te bemerken dat ze hem weldra even leeg laten als al het voorgaande. Dit eeuwig onbevredigd voortgejaagd worden is allerminst een kwestie steeds van menselijke superioriteit of een gevolg van die oorspronkelijke goddelijke adel welke alles van deze aarde achter zich moet laten en door niets van deze aarde blijvend bevredigd kan worden. De oorzaak van die onrust is een andere. Elke verworvenheid wordt, eenmaal buitgemaakt, onmiddellijk een trivialiteit. Elke uitvinding die een geniale vooruitgang was, belandt eenmaal; belandt weldra in het warenhuis om nog niet eens wat verveelde aandacht te trekken. En lang voordien verzeilde het reeds bij de bezitter op de rommelzolder van het hart. Het was eens begeerlijk een fiets te bezitten, of een radio, of een auto, of een groot huis (het zijn allemaal zeer belangrijke dingen als het om het geluk van de mens gaat), maar

947





















volgende bladzijde



aangemaakt: 23-10-2010 Copyright © 2010 by
R. Bruning en Th. Bruning
copyright
laatste aanpassing: 24-10-2010